Op zoek naar haarballen

Vooruit. Voor de eerste en de laatste keer op Facebook: een kattenfoto uit mijn (vorige?) leven. Ongelogen en ongeshopt, geschoten ergens in ‘84 of ’85 op de Spiegelnisserkade te Crooswijk. Naast mij - en mijn haardos - vriendin Petra, op schoot kitten Igor, zoon van poes Stalin en een straatkater die anoniem wenst te blijven. Dit is dan ook vooral een verhaal over stiefvaderschap.

Stalin woonde een jaar bij mij in voordat ze zwanger werd. Ik was erg op haar gesteld, al beantwoordde ze mijn genegenheid doorgaans met geringschattende blikken. Op een dag was ze de hort op, slechts een paar uur. Meer had ze niet nodig om de ware liefde te vinden én deze te consumeren, zo bleek enkele weken later toen ze onverklaarbaar dik werd.

De dierenarts luisterde aandachtig door zijn stethoscoop. Daarna nog een keer. Schraapte toen de keel, legde een hand op mijn schouder en bracht me het grote nieuws. Vijf emotionele minuten later vroeg hij me of ik hem alsjeblieft weer los wilde laten.

Goede voornemens ten spijt vond de bevalling plaats terwijl ik een gemene kater lag uit te slapen. Mijn coma werd gepenetreerd door schril gepiep dat ik aanvankelijk toedichtte aan hanggevogelte op mijn balkon, tot ik opstond om ze het vederpak vol te schelden en bijna in een poezennest trapte. Het wonder was geschied.

Drie gezonde kittens had Stalin gebaard. Een vierde-met-navelbreuk stierf een kwartier later in mijn handen, stuiptrekkend en leegbloedend. Half verlamd had ik zijn doodsstrijd aanschouwd, tot ergernis van mijzelf, want een beetje vent had ‘em direct de nek omgedraaid. (Ben een muts als het om dierenleed gaat, maar moet je me eens met mensen zien!)

Toen de katjes oud genoeg waren om het zonder moeder te stellen heb ik ze ondergebracht bij mijn ‘exen, als Wiedergutmachung. Verguld dat ze waren van dit nieuwe leven! Althans, dat hoopte ik nadat ik de manden bij hen op de stoep had geplaatst, aan de bel had getrokken en weg was gerend. Jaren later vernam ik dat Igor bij ‘ex Claudia furore had gemaakt als meeuwenkiller, alwaar hij zijn prooi even consequent als tevergeefs dwars in de bek door het kattenluikje probeerde te persen, keer op keer op keer op keer opnieuw. Net z'n stiefvader.

Veel plezier heb ik gehad van de katten. Toch was ik blij toen ze uitgevlogen waren, zoals je opgelucht kunt zijn wanneer een relatie op de klippen loopt. Daarbij kampte ik met een gemene shell shock; iedere keer als ik vogels hoorde fluiten zag ik de navelbreuk weer voor me, in slow motion, met gruwelijke details. Mijn therapeut zei me dat ik moest healen. Met nieuwe haarballen.

Dus, na decennia zonder stofzuigen ben ik weer op zoek naar een iets pluizigs. Geen katten, wel iets dat niet uitgelaten of de nek omgedraaid hoeft te worden. Een combi van fretten en dwergkonijntjes? U gaat het meemaken, want zo’n Natuurlijk Evenwicht schreeuwt om een dia-avond op Facebook, een baken van carnivorische integriteit in de maelstroom van poezenp*rno

Catman
Drie haarballen