En zijn meiden

Vrijdagavond in de Intercity naar U. Tegenover mijn klapstoeltje neemt een vader met twee dochtertjes plaats in het viermanszitje. Hij is een slanke dertiger met stekels, stoppels en een parka. Een soort jonge versie van mijzelf, maar dan met christelijke glimlach. De meiden, een tweeling, schat ik op een jaar of tien. Ze zijn uitgerust met roze rugzakjes en koptelefoons vol K3. De knusheid straalt van hen af.

Als kinderloze man-met-kinderwens ben ik gelijk een beetje jaloers op de vader. Daddy cool, op pad met zijn meiden! Ouders beseffen vaak niet hoe bijzonder zo’n band met hun kroost is. Sterker, als ik mijn verlangen naar een gezinsleven opbiecht aan vrienden, drukken ze me gelijk op het hart dat ouderschap vooral een kwestie is van zelfopoffering. Alsof dat niet perfect past in mijn geromantiseerde plaatje!

Het trio zit nog maar net of de vader gebaart zijn dochters de koptelefoons af te doen. En begint hen vragen stellen. Hoe ze het gehad hebben bij mama. Wat voor spelletjes ze gespeeld hebben. Wat ze de leukste game vinden. En waarom. Wat er aan verbeterd zou moeten worden. En wat niet. Hij zit er bovenop, informeert naar ieder detail – alsof hij zelf mee had willen doen. Daarbij noemt hij zijn dochters steeds bij de naam, terwijl oogcontact volstaat om een misverstand uit te sluiten. Ook bizar is zijn neiging om over zichzelf in de derde persoon te spreken. ‘Pappa vindt dat Merel nu iets heel slims zegt,’ aldus een zelfvoldane Caesar.

De meiden, aanvankelijk verguld van al die aandacht, krijgen het op den duur zichtbaar benauwd van hem. Hoe dieper hij onder hun huid kruipt, des te hoekiger hun bewegingen, korter hun antwoorden, dieper hun zuchten. Na een uur hebben ze schoon genoeg van papa’s bonding. Daddy ain’t no cool no more.

Zelf voel ik de drang om hem een enorme bitch slap te verkopen. Dood moet deze papa! Mijn weerzin wordt zo heftig dat ik me afvraag waarom. Na de nodige soul searching valt de munt: als ik mij had voortgeplant, was ik geheid zo’n papa geworden. Zo’n man die de relatie met zijn koele vrouw niet had kunnen bolwerken, om zich na de scheiding op te werpen als ideale weekend daddy, daarbij voortdurend zijn inner child uit de kast trekkend om de band zo hecht mogelijk te maken. Zonder zich af te vragen of de kinderen daar wel behoefte aan hebben. Aan een papa die je beste vriend wil zijn...

Als we in U. uitstappen ben ik niet langer jaloers. De meiden, uitgeput van vaders klamme compassie, verlangen ongetwijfeld naar hun moeder die hun misschien nooit een knuffel geeft, maar wel alle ruimte gunt. In de stationshal trekken ze de hoofdtelefoons alweer over de oren om in de muziek te verdwijnen. Ikzelf verdwijn weer in mijn kinderloze universum, mijn zegeningen tellend, het ouderschap vervloekend. Maar wel een K3-deuntje neuriënd.

De droomvader
Who's your daddy?