Van het troosteloze plein

Iedere ochtend als ik naar de sportschool fiets zie ik hem staan. Op het opgeleukte en daardoor troosteloze pleintje. Bewegingloos, de armen langs het lichaam, hoofd opgeheven, turend naar iets ondefinieerbaars. Bijna als de Februaristaker. Een stil protest tegen de klompendans des levens?

De eerste keer dat ik de Staker daar trof dacht ik: o jee, dat is er weer een. Onze buurt trekt nu eenmaal zonderlingen aan. Alleen al rond mijn blok zwermen er drie. Een werkloze Druipsnor die geen rijbewijs heeft dus met zijn seventies Ford maar heen en weer over de kade kachelt, blauwe walmen uitbrakend. De Klokkenluider, compleet met bochel en Beatles-coupe, die zijn boodschapjes doet in een onderbroekloze legging. En de Capuchon, een zwerver gehecht aan anonimiteit maar vooral aan zijn (vermoedelijk al jaren geleden ingeslapen) Yorkshire, die hij steevast achter zich aan sleept. Tot slot kunnen oplettende lezertjes in het halfschemer hun scribent ontwaren, snelwandelend langs het zwarte water van het kanaal, bij iedere scooteruitlaatknal melding makend van vuurwerkoverlast.

Maar de Staker, die is anders. Ongenaakbaar, zoals hij daar staat. Passerende bouwvakkers kloppen op hun voorhoofd, burgers versnellen hun tred. Het deert hem niet. Hij merkt het niet eens. Ikzelf negeer hem omdat ik niet wil dat hij denkt dat ik denk dat hij een zonderling is. Daarbij, hij lijkt eerder in trance dan krankzinnig. Alsof hij op een teken wacht, een signaal aan de hemel. Op kerstavond hoop ik hem er weer te treffen, samen met de drie zonderlingen uit het oosten, wachtend op een illegale Hongaarse vuurpijl die ons troosteloze pleintje oplicht tot het wonder dat iedereen erin kan ontdekken die maar even durft op te houden met dansen.

Mooie staking, beste lezer!

De Staker
De macht van de eenzame staker