Van alt-Rein

De VVD heeft de verkiezingen gewonnen. Daar ben ik reuze content mee, want diep in mij huist een full blown middenstander die nodig uit de kast moet komen als winkelier. Dat zit als volgt.

Ooit behoorde ik tot de klasse der noodzakelijk ondernemers. Dat zijn zelfstandigen die eigenlijk veel liever een luizenbaantje hebben met stabiel salaris, gezellige collega’s en lollige bedrijfsuitjes. Maar, omdat ze niet opgewassen zijn tegen de gijzelingssituatie die schuilgaat in loondienst, voor zichzelf móeten beginnen. Ongelukkigen!

Zij beseffen nog niet dat ondernemen – in mijn geval tekstschrijven – gelijk staat aan netwerken. Oftewel vage bekenden aanspreken met een portie small talk in de hoop een opdracht los te peuteren, terwijl er in je frontaalkwab een duikbootalarm afgaat omdat dat aanpappen zo verschrikkelijk onnatuurlijk aanvoelt. Waarom ben ik geen bakker geworden! dacht ik vaak. Zo mogelijk nog slopender is de eenzaamheid. Iedere ochtend jezelf aan het werk schoppen zonder even lekker met collega’s op je klotenbaan te kunnen schelden… wat een gemis! Om de ellende compleet te maken moet je dagelijks watertrappelen van een inkomen dat je langzaam ruïneert, want de uren rekenen die het je kost om een goede tekst te schrijven leidt onvermijdelijk tot hoongelach. Iedereen kan immers schrijven.

Zo kwam het dat ik ging fantaseren over een tekstwinkeltje. Uniek in Nederland: een typeshop waar klanten binnen kunnen lopen voor een kekke reclameslogan, een fijn foldertje of een stevige sollicitatiebrief. Dat zou ik allemaal typen waar zij bij zaten (klaar terwijl u wacht!), zodat ze getuige konden zijn van mijn bloed, zweet & tranen. Helaas ontspoorde het plan in mijn doembrein reeds in een rampenscenario, waarbij ik mezelf tot in de kleine uurtjes zag zweten op een krom zinnetje, terwijl de klant naast me ronkend in slaap gevallen was, of erger: over mijn schouder mee las om me vloekend te verbeteren. Weer zo’n gulden Rein-concept dat zich meer leent voor een kort verhaal.

Uiteindelijk heeft mijn weerzin tegen netwerken me ertoe gezet een boek te schrijven. Eerst een product maken, dán de klant zoeken was mijn redenatie. Net als de bakker. Mijn halfje grof volkoren werd biografie Coef, over mijn gekke jappenkampmoeder. Moet gezegd worden dat het stukken beter voelt om tegen belangstellenden over Coef te lullen dan bij onbekenden met mijn expertise te leuren. Steeds als ik moet opdraven voor een interview op de radio, een discussie in een psychiatriecafé of zelfs een lezing aan de universiteit, schalt de loftrompet in mijn frontaalkwab. Ik ben eindelijk geworden wie ik was! Nu alleen nog even binnenlopen qua geld.

Komen we weer bij die winkel. Dat plan vatte opnieuw vlam toen ik op de bodyshop op de foto stuitte. Een ideale toko om potentiële Coef-lezers-die-niet-beseffen-dat-ze-potentieel-zijn in te palmen, dacht ik onmiddellijk. Aan de naam hoef ik niets te veranderen (niet vergeten de huidige Rein te gijzelen!). Alleen het product even aanpassen. Dat doe ik guerrilla style.

De diensten van de alt-Rein bestaan uit pedicure, manicure, facials, waxing en massage. Intuïtieve beroepen die ik in no time onder de knie heb, zo schat ik in. Mijn werkelijke product breng ik sluipenderwijs onder de aandacht. Als de klant het tijdens mijn massage benauwd krijgt trek ik een parallel met Coefs LSD-therapie (‘Weet u waar je het ook benauwd van krijgt?’). Als de Brazilian wax job even pijn doet begin ik achteloos over de martelpraktijken in jappenkampen (‘Weet u wat voor lijfstraffen er in Banjoebiroe toegepast werden?’). En als ik bij de manicure per ongeluk een nagelriem open rijt vertel ik tussen neus en lippen door over gewelddadige moeders (‘Weet u wie ook heel gemeen was?). Als zoetebroodjesbakker kan ik bijzonder overtuigend zijn.

Om de brainwash compleet te maken zullen er over de speakers opnamen van mijn radio-interviews klinken, die daardoor weer een live karakter krijgen. Op de koffietafel liggen kranten uit 2016 met artikelen over Coef. En als het oog van de klant op het stapeltje Coefs naast de kassa is gevallen, masseer ik nog even na met een ‘eigenlijk heeft zij aan de wieg gestaan van de Rein-keten…’, waarop er zonder aarzeling twee tientjes extra uit de portemonnee getrokken worden. Kampsyndroom in de bodyshop? Heel normaal! hoor ik Rutte al zeggen.

De succesformule van alt-Rein
Coef bij alt-Rein in de bodyshop