Van Noah

Mijn favoriete procrastinatiefilm is Waterworld. Hij speelt zich af in een postapocalyptische toekomst waarin de continenten onder water zijn gelopen. Eenzame held Kevin Costner jaagt er met zijn steam punk trimaran over de eindeloze baren. Hij drijft handel in spullen die hij van de zeebodem opduikt dankzij kieuwen die hij ontwikkeld heeft (don’t ask). Costner wordt voortdurend belaagd door zeerovers. Maar het is niet de actie die me boeit. Het is dat eindeloze wateroppervlak. Die ruimte! Die mogelijkheden! Iedere keer als ik moet werken zit ik fragmenten te bekijken op YouTube, dromend van een reset der mensheid, als individualist pur sang.

En iedere keer als ik tijdens mijn wandeling langs de vloot van Noah kom, moet ik aan Waterworld denken. Noahs moederschip ligt sinds mensenheugenis in het kanaal aan ‘mijn’ kade, vlak vóór de drie bruggen. Met het verstrijken der jaren is Noah een eenzame oude man geworden, met schichtige, wantrouwige blik. Ik knik hem altijd glimlachend toe, op een manier die je van een postapocalyptische kapitein mag verwachten. Ook pas ik mijn tred aan zodat het lijkt alsof ik zeebenen heb. Maar Noah knikt noch glimlacht terug. Hij mag mij niet. En de rest van de mensheid vermoedelijk evenmin.

Toch kan hij onmogelijk voor kluizenaar versleten worden, want hij bevoorraadt passerende binnenvaartschepen. Sommige schippers meren langszij aan, andere komen per bestelbus. Voor de laatste categorie rolt Noah vloekend vaten over de veel te smalle strip naar de kade. Hij verkoopt van alles, van rollen beschuit tot loodzware ankers. Maar Noah is meer dan een nautische bedrijfsleider.

Achter die schichtige ogen gaat de blik van een ziener schuil. Noah verzamelt namelijk scheepjes. Een half dozijn heeft ie inmiddels aan het moederschip vast gesjord. Ze lijken compleet doorgeroest. Toch weet hij ze op een of andere manier drijvende te houden. Inmiddels kunnen we spreken van een bescheiden vloot. En ik denk te weten wat hij ermee van plan is.

Lang voordat de global warming was uitgevonden, voelde Noah al aan zijn water dat het zeepeil zou stijgen. En dat dat sneller zou gaan dan de mensheid zou willen inzien. Het lijkt er op dat ie gelijk gaat krijgen. Zeker nu met die Oost-Duitse zomers zal het niet lang meer duren of de ijsberen komen langs drijven op het laatste stukje Noordpoolijs. Dan is het kanaalwater voor mijn deur gestegen tot aan mijn etage, de bovenste verdieping van vier woonlagen. Mocht Noah langs komen met zijn vloot, dan hoop ik dat hij mij zal oppikken. Zodat ik geen kieuwen hoef te ontwikkelen.

Maar ik voel nu al aan mijn water dat Noah niet voor mij zal stoppen. Dat hij alleen zal aanmeren voor mijn onderburen, bij wie het water tot aan de lippen is gekomen omdat ik hen de deur heb gewezen, uit angst dat ze mijn appartement zullen overnemen. Voor mijn slag is geen plaats aan boord, aldus Noah. Hij is dan misschien een eenzame man, hij houdt niet van einzelgängers die dromen van een decimering der mensheid om zelf tot hun recht te komen. Volgens hem is het de individualist pur sang die toe is aan een reset.

Dus. Terwijl zijn vloot met mijn buren richting toekomst vaart, zet ik de zaag in mijn laminaat. Voor Plan B. Een steam punk trimaran zal het niet worden, mijn vloot van laminaatvlotten is geënt op een andere favoriete procrastinatiefilm: Cast Away. Over een schipbreukeling. Daar ga ik nu alvast fragmenten van bekijken. Tot YouTube is ondergelopen.

De vloot van Noah
Klaar voor de zondvloed