Van de zelfspot

Zelfspot. Misschien wel de belangrijkste voorwaarde voor mijn vriendschappen. Er zit zó veel in. Humor uiteraard. Maar ook introspectie. Zelfrelativeringsvermogen. Moed. Dat maakt het tot een perfect bindmiddel voor contact. Zó uitnodigend! Maar het is evenzeer een lakmoesproef. Ga maar na: als iemand inhaakt op jouw lachwekkende ontboezeming met een eigen – liefst nog genantere – anekdote, dan schept dat meteen een band. Als de ander echter met jouw zelfgrap aan de haal gaat door hem in te koppen, dan weet je dat die persoon valse trekjes vertoont.

Hoezeer ik zelfspot ook koester, het is altijd ooit ontsprongen uit drama. Zo ook bij mij. Daarvoor moeten we terug naar 1974, toen ik als vijftienjarige met gym 4 op vakantie naar Scandinavië ging. Voor mij een enorm avontuur, want voor het eerst op pad zonder familie. Niet dat ik me thuis voelde in die klas. Met mijn piepstemmetje en anderhalve turf bungelde ik onderaan de hiërarchie – een Fremdkörper tussen die grote, sarcastische Kralingers. Maar ik vermande me. En pakte mijn koffertje.

In Zweden aangekomen gingen we voetballen. Zwemmen. Dansen op Deep Purple uit een lamme cassetterecorder. Smooowwwke on the woooaaater! Kicken vond ik dat, want swingen durfde ik als geen ander. Dus toen er gevraagd werd wie er mee wilde naar de sauna, stond ik te trappelen. In mijn zwembroekje. Maar dat was de bedoeling niet! zei de leraar. Mannen onder elkaar, die gaan nakend! Het leplazarus schrok ik me, want nog nooit bloot geweest buitenshuis. Binnenshuis eigenlijk ook niet. Broers had ik niet. Op een sportclub durfde ik niet. Ik had de naakte waarheid altijd nauwlettend weten te ontlopen.

Even later zaten er vijf blote konten op een getrapte houten bank in honderd graden Celsius. Vier stoere gozers. En één sukkeltje. Zij maar lullen. Over meiden en n*uken, terwijl ik nooit verder gekomen was dan een onuitgesproken verliefdheid. Daarna ging het over lichamen. Onze lichamen. Mijn lichaam. Mijn nog haarloze lichaampje. Die Hannepik! klonk het. Da’s net een kind! Wat ook zo was. Een androgyne pedofantasie leek ik. Al spoedig vulde de sauna zich met hoonbulders. De ene na de andere sneer vloog me om de oren. Ze konden er geen genoeg van krijgen. Afgebrand werd ik, bevriezend in die honderd graden Celsius.

Maar juist de hitte bleek mijn bondgenoot. Het is immers uitputtend honen als het zweet uit je poriën gutst. Daarbij belette dat zweet mij te voelen dat er (zoals ik later vernomen heb) van hogerhand tegen mijn schouderbladen aan gepiest werd. Ik rechtte steeds mijn rug om alles van me af te laten glijden.

Toch is er iets wezenlijks gebeurd die avond. Het leek wel alsof ik geestelijk uit mijn lichaam probeerde te ontsnappen. Om me bij hen aan te sluiten. Om met hen mee te kunnen lachen. Om me tot zelfsarcasme te verlagen. Alles liever dan me alleen op de wereld voelen. Maar het liep iets anders.

Na afloop gingen we douchen. IJskoud, zoals dat hoort. Onder de douchestraal werd ik bevangen door een bijna suïcidale rust. En maakte ik een grapje over koud water en krimpende organen. Niet bijster leuk, wel zó triomfantelijk opgehoest dat de anderen in schateren uitbarstten. Dit keer klonk hun lach anders. Alsof zij publiek waren, en ik entertainer. Ik was in charge van mijn eigen lynch mob. Machtig voelde dat.

Zo is het toch nog goed gekomen met mij. Mijn lichaam werd volwassen, als ik mijn ex-vriendinnen mag geloven (ontzettend volwassen zelfs, als ik maar lang genoeg aandrong). Zelfspot werd mijn tweede natuur, waardoor ik snel en met iedereen kan ‘bonden’. Alleen mijn onderbewustzijn is wat achtergebleven. Soms keert de sauna terug, als beerput van mijn geheugen. Bijvoorbeeld als er een boom van een kerel ongegeneerd naast me komt staan kletteren in de pisbak van de sportschool. Dan gutst het zweet weer even over mijn rug. En maak ik een grapje. Waar meestal om gelachen wordt. Want iedereen is wel eens bevroren in een sauna. Toch?

In die zin is dit stukje dus een lakmoesproef voor mijn Facebookvrienden. Wie reageert er met een eigen ontboezeming, wie gaat er inkoppen met een geintje over bondjes op toiletten? Ik zet de thermostaat alvast op honderd.

Het zweet
Androgyn wezentje