Beklemmende thriller zakt halverwege in

In filmlexicons zal je de term niet snel tegenkomen: snuff movie. Snuff movies zijn bondage/pornofilms waarin acteurs niet spelen dat ze vermoord worden: ze leggen echt het loodje. Het fenomeen is zo ultra underground dat ze lange tijd voor een urbane mythe werd versleten; het zou om SM-films gaan die met trucage en kunstbloed 'kruidig' gemaakt werden. Onderzoek in het hardcore circuit heeft echter aangetoond dat er wel degelijk pornofilms bestaan waarin mensen vermoord worden.

Vanzelfsprekend durft Hollywood zich maar zelden te branden aan dit onderwerp. In 1979 waagde Paul Schrader het aan met 'Hardcore' waarin puriteinse vader George C. Scott afdaalt in de onderwereld van de porno om zijn vermiste dochter te zoeken. Joel Schumacher (‘Falling Down’, ‘Batman & Robin’) heeft de snuff movie nu als couleur locale gebruikt in zijn thriller ‘8 mm’, en als smaakmaker de schrijver van ‘Se7en’ aangetrokken.

Nicholas Cage is het type detective dat overspelige echtgenoten bespiedt. Van een geheel ander kaliber is de laatste opdracht die hij van een steenrijke weduwe krijgt: ze heeft in de kluis van haar man een filmpje gevonden waarop een tiener vermoord wordt en wil nu weten of het meisje inderdaad is omgebracht. Cage duikt de pornowereld van Hollywood in en krijgt hulp van een sexshop-caissière (Joaquin Phoenix) die Cage wegwijs maakt in de vleesmarkt. Het spoor eindigt bij een producent van arti bondage films (Peter Stormare). Deze noemt zich de 'Jim Jarmusch van SM' maar hij gaat wel erg ver in zijn liefde voor de filmkunst.

De eerste helft is ‘8 MM’ een stijlvolle, beklemmende thriller. De sfeer van de hardcore pornowereld, compleet met duistere keldertjes vol kinderporno, bestialisme, verkrachting en andere zieke dingen proeft als de lijkenlucht in Seven. De film zakt echter volledig in als Cage op de snuffproducent is gestuit. Niet alleen speelt Peter Stormare de schurk met zoveel overdrijving dat hij de film een onbedoeld komische lading meegeeft (alsof hij auditie doet voor schurk in een James Bondpersiflage). Ook moet vanaf dat moment de sfeer veld ruimen voor geknok en gegooi met pistolen. Hoe banaal.

Minstens zo storend is Cage's poging om van de speurtocht toch vooral een mentale queeste te maken. Zijn detective raakt zo aangeslagen dat hij een zenuwinzinking krijgt, geen contact meer kan maken met zijn vrouw en eigen rechter gaat spelen. Deze morele worsteling en huwelijksperikelen wringen hevig met het stoere private eye-genre.

Bovendien kan Cage misschien cool uit zijn ogen kijken, van drama heeft hij geen kaas gegeten (ook zulke kromme tenen gehad bij ‘Snake Eyes’?). En als Cage uiteindelijk bij zijn vrouw op schoot kruipt en luid snikkend in een "Save meeee!" uitbarst, verlang je terug naar de tijd dat detectives nog gewoon gescheiden alcoholisten waren en snuff movies urbane mythen.