Bekkentrekker teert op grollen van gisteren

Of je hem nu onuitstaanbaar vindt of hilarisch, de man is ontegenzeggelijk een fenomeen: filmkomiek Jim Carrey. Met zijn stripachtige mimiek en motoriek wist deze Canadees zich in vier rolletjes (van 'Ace Ventura' tot 'Batman Forever') tot Hollywood's best betaalde acteur op te werken.

Twintig miljoen dollar kan hij nu vragen voor een rol. In zekere zin is zo'n absurd honorarium terecht, want Carrey's films zijn zonder uitzondering kassasuccessen gebleken. 'Batman Forever' heeft zelfs het openingsweekendrecord van 'Jurassic Park' gebroken.

Bovendien is Carrey's bekkentrekkerij uniek in de filmgeschiedenis. De enige die zijn talent overtrof was wijlen Danny Kaye, maar die wisselde zijn grimassen regelmatig en smaakvol af met liedjes, danswerk en romantiek. Carrey's personages zijn schaamteloos beperkt en primitief. Met zijn brutaal-banale persoonlijkheid lijkt hij voortdurend de irritatiegrens van de kijker te willen aftasten; bij sommigen wekt dit moordlust op, anderen geven zich gewonnen.

Ik hoor tot de laatste categorie. Wel vraag ik me af hoe lang het duurt voordat hij zijn kruit verschoten heeft. Niet lang meer, gezien zijn laatste hit 'Ace Ventura: When Nature Calls'.

Aan wie 'Ace Ventura: Pet Detective' niet gezien heeft, valt moeilijk uit te leggen wie of wat Ace is. Met 'een detective die vermiste huisdieren opspoort', doe je hem te kort. 'Een LSD-surfversie van Philip Marlowe' is accurater. In de sequel 'When nature Calls' moet Ace naar Afrika om een witte vleermuis terug te vinden die de vrede symboliseert tussen twee stammen. De bosnegers dreigen elkaar in de pan te hakken en de Britse kolonisten willen daar handig gebruik van maken. Ace voelt zich prima thuis in de wildernis maar moet, om het vertrouwen van de stammen te winnen, een levensgevaarlijk gevecht leveren met de medicijnman.

'When Nature Calls' oogt als een C-film. Geen noemenswaardig scenario, lullige decors, figurerende acteurs, belachelijke nepbeesten. Geen probleem, want een plot of verzorgde art direction zouden alleen maar afleiden van Carrey's bekkentrekkerij. Wel een probleem is dat de ster op déjà vu's begint te teren. We weten het zolangzamerhand wel, die grimassen en banaliteiten (een scheet als Tarzanschreeuw).

Bovendien heeft regisseur/scenarioschrijver Steve Oedekerk hem te veel carte blanche gegeven, waardoor de grappen uitgesponnen worden en te veel nadruk krijgen. Op de hilarische openingsscène na (een parodie op Stallone's 'Cliffhanger') is de sequel soms zelfs ronduit slaapverwekkend.

Steven Spielberg zei onlangs dat hij Carrey het best vond op de zeldzame momenten dat deze normaal deed. Carrey zelf beweert een serieuze rol te overwegen ("A three kleenex role"). Maar voorlopig wijst de praktijk uit dat niemand genoeg kan krijgen van de clown in Carrey: 'When Nature Calls' heeft in het openingsweekend dertig miljoen dollar opgebracht, een absoluut record voor een komedie.