Dynamisch Disney-hoogstandje ontstijgt het rijk der kleuters

Sommige mensen denken dat tekenfilms alleen voor kinderen worden gemaakt. Dat het hele genre, op wat undergound-animatie als 'Fritz the Cat' en 'Tarzoon' na, eigenlijk naar het rijk der kleuters moet worden verwezen. Onbegrijpelijk.

Neem nou het oeuvre van de Walt Disney studio's. Welke achttien-plusser durft met de hand op het hart te beweren dat 'ie niet gesnotterd heeft bij het sterfbed van Bambi's moeder, niet geschaterd heeft bij de apen-jazz jive in Junglebook, niet gesidderd heeft bij de wanhoopsbrul van het monster in Beauty and the Beast. Disney weet bij iedereen een gevoelige snaar te raken.

Hoe dan ook: de directie van Disney was het vooroordeel beu en besloot tot een creatieve face-lift: minder zoet sentiment à la Gebroeders Grimm, meer rappe gein à la Robin Williams. Jammer genoeg is deze trend net iets te nadrukkelijk terug te vinden in Disney's nieuwste tekenwonder, 'Aladdin'. Vrij naar het klassieke sprookje uit 'Duizend-en-één Nacht'.

Aladdin is een sexy straatschooier met een hart van goud, die zich samen met zijn aapje Abu al stelend en vluchtend in leven houdt in het mytische rijk Agrabah. Hij is verliefd op Jasmine. Maar Jasmine is dochter van de Sultan en moet dus met een prins trouwen. Gelukkig maakt Aladdin kennis met een geest in een wonderlamp, die hem desgevraagd in een prins omtovert zodat hij haar met veel tamtam het hof kan maken.

Jasmine is echter niet onder de indruk. Ze valt meer op de armoecharmes van de ware Aladdin. En als de in-slechte grootvizier Jafar de geest te pakken krijgt, zichzelf tot Sultan slaat en bovendien Jasmine wil trouwen, kan alleen de echte straatschooier haar en Agrabah nog redden.

'Aladdin' (regie: Ron Clements en John Musker) is technisch en adrenalitisch gezien de beste Disney tekenfilm tot nu toe. Een wervelende combinatie van computeranimatie en handgetekend slavenwerk levert een dynamisch hoogstandje op, vol flitsende actie, flitsende dialogen, en flitsende grapjes.

Misschien allemaal iets te flitsend. Met name de geest Genie, gebaseerd op de sneltreinstem van Robin Williams en ontworpen naar diens kameleontische acteerwerk, neigt naar overkill: hij maakt maar liefst zestig persiflages op beroemde persoonlijkheden, met als gevolg dat je door de grappen en grollen soms de humor niet helemaal meer kunt zien. Jammer.

Veel beter gedoseerd is het acteerspel van de prinses en de humor van het aapje Abu. De animators zijn erin geslaagd om Jasmine met subtiele mimiek en betoverende blikken daadwerkelijk te laten flirten (haar glimlach doet je hart smelten, haar pit doet 'm sneller kloppen), terwijl het aapje Abu met zijn debiele grimassen en zijn jaloerse Donald Duck-karakter je winden doet laten van het lachen. Adembenemend. Zien dus!

Voor de goede orde: de volwassenen onder u raad ik ten strengste aan om naar de Amerikaanse versie te gaan, die in de tweede voorstelling te zien zal zijn. De nagesynchroniseerde versie (eerste voorstelling) kan beter naar het rijk der kleuters worden verwezen.