Engelen der Wrake kastijden mannenvolk

Dat het imago van de vrouw in de film op middeleeuws peil staat mag een feit heten: zelfs in veel klassiekers worden vrouwen als breinloze vleeslokkertjes misbruikt. Seksisme staat de artistieke kwaliteit van een film niet noodzakelijkerwijs in de weg, maar roept wel irritaties op. Regisseuse Marleen Gorris probeert terug te slaan met een welhaast fundamentalistisch filmfeminisme.

In haar debuut 'De stilte rondom Christine M.' (1982), waarin drie vrouwen trots een winkelier vermoorden, geeft Gorris haar dogma's nog een mysterieuze ondertoon. Maar in 'Gebroken Spiegels' (1984), waarin hoerenlopers afgeschilderd worden als psychopaten en hoeren als trotse slachtoffers, slaat ze door naar een eendimensionele mannenhaat. De jaren hebben haar niet milder gemaakt, wel saaier: haar nieuwste productie, ‘Antonia’, ervaar je als zouteloze wishful thinking.

Weduwe Antonia (Willeke van Ammelrooy) komt na de oorlog met haar dochter Daniële terug in haar geboortedorp. Veel boeren lachen haar uit omdat ze ooit op hoge poten is vertrokken, maar Antonia heeft schijt aan het gepeupel, en werkt met dochterlief het land van haar overleden moeder tot bloei. Buurman Bas valt wel op Antonia, maar Antonia houdt de boot af. Ze heeft geen man nodig. Haar dochter ook niet, maar die wil wel een kind. Dus gaan ze in de grote stad op zoek naar een bevruchter, die van niets mag weten.

Het wordt een stoere blonde vent die motor rijdt. Om de seks geeft Daniëlle niks, maar negen maanden later geeft ze geboorte aan Thérèse. Een vader krijgt deze hoogbegaafde Thérèse niet, want Daniëlle heeft liefde opgevat voor Thérèse's onderwijzeres, die ook lesbisch blijkt. Alles pais en vree totdat Thérèse wordt verkracht door een buurman die ooit door Daniëlle met een hooivork in het kruis werd bewerkt. Tijd voor een definitieve afrekening.

Gorris maakt het dit keer wel erg bont. Er komt werkelijk geen normale vent meer voor in de film: een herenboer die zijn debiele dochter als een zeug te dekken aanbiedt, een boerenzoon die zijn zus verkracht, een hypocriete kapelaan, een intellectueel met straatfobie.

Natuurlijk staan temidden van deze domme mannengemeenschap de Sterke Vrouwen, aangevoerd door Willeke die na drie decennia Billeke haar imago wel eens wil corrigeren. Zij deelt de lakens uit, zij dwingt recht af en zij creëert testosteronloze oase in deze ethische wildernis. Alleen de afrekening wordt in de schoenen geschoven van een man (want alleen mannen kunnen moorden).

Dit protofeminisme was nog wel verteerbaar geweest als er enige dramatische compensatie tegenover had gestaan. Maar 'Antonia' is een saaie familiekroniek, die opgeklopt wordt met een belachelijke, 'literaire' voice over ("Zelfvoldaan plantte de tijd zich voort zonder ooit iets te baren dan zichzelf”) en die teert op stereotypen die Gorris’ pamflet toch vooral ethisch correct moeten laten lijken.