Eigenzinnige shoot-outs met het Moeilijke Woordenboek

Acteurs met de constante kwaliteit van Ed Harris zijn een zeldzaamheid in Hollywood. Charismatisch, intens, divers. Het bewijs dat een filmster ook een acteur kan zijn. Des te opmerkelijker dat zijn carrière van inmiddels 73 titels bijna uitsluitend bestaat uit bijrollen. Waarom niet meer top credits zoals in ‘The Abyss’?

Waarschijnlijk begon Harris zich dit zelf ook af te vragen, want in 2000 besloot hij de touwtjes zelf in handen te nemen als regisseur en hoofdrolspeler van ‘Pollock’, een biopic over smijtschilder Jackson Pollock. In zijn streven een zo authentiek mogelijk portret te schilderen vergat Harris een voldoende breed publiek aan te spreken. De film kelderde aan de kassa. Acht jaar later probeert hij het opnieuw met een western, ‘Appaloosa’. Nu als regisseur, acteur en scenarist. En met zichtbaar plezier.

Als de plaatselijke herenboer (Jeremy Irons) de wet van dorpje Appaloosa aan zijn laars lapt, besluiten de notabelen gunslinger Ed Harris als marshal en Viggo Mortensen als deputy in te huren. De vrienden krijgen carte blanche om orde op zaken te stellen. En die hebben ze hard nodig, want de herenboer heeft op zijn beurt het nodige tuig ingehuurd. Als het ze lukt om Irons gevangen te nemen en een jongeman bereid vinden om tegen hem te getuigen, lijkt zijn lot bezegeld. Maar dan komt een vrouw (Renée Zellweger) roet in het eten gooien.

Clint Eastwood heeft aangetoond dat een acteur op middelbare leeftijd een tweede carrière kan maken achter de camera. En dat de western als genre allesbehalve dood is. ‘Appaloosa’ is misschien niet van het kaliber ‘The Outlaw Josey Wales’, maar je kunt aan alles merken dat de maker hart heeft voor het vak en passie koestert voor het genre. Appaloosa is grimmig, eigenzinnig, grappig en authentiek.

In een van de eerste scènes vindt een confrontatie plaats tussen marshal Harris, deputy Mortensen en wat low life bandieten die de dorpsbar onderpiesen. “Stop hem d’r weer in of ik schiet hem d’r af,” zegt Harris dreigend.’ Hoongelach valt hem ten deel. Als even later de kruiddampen zijn opgestegen en de bandieten reutelend op de barvloer liggen, is de boodschap duidelijk: dit is misschien een Nieuwe Western maar zeker geen Truttige.

Wel is ‘Appaloosa’ wat je zou kunnen noemen off beat. Zo is Mortensen een voor een deputy wel erg belezen man en strooit Harris, die zich aan Mortensens intellect probeert op te trekken, met Moeilijke Woorden op de meest hachelijke momenten. Deze scènes worden echter vakkundig gedoseerd waardoor de personages niet karikaturaal overkomen maar juist menselijk, en hun vriendschap als waarachtig aanvoelt.

De authentieke patina van ‘Appaloosa’ zit hem vooral in details. Mortensens lullige scheiding (in het midden) en zijn lullig gebronsde huid (zijn voorhoofd is bruin tot waar de rand van zijn hoed begint). Tijdens shoot-outs worden revolvers niet getrokken, maar hebben ze die al in de hand, hoeven ze slechts gericht te worden. (Nog authentieker zou zijn dat ze elkaar in de rug schieten van een meter afstand – en dan missen, maar Harris wilde dit keer terecht een publiekstrekker maken, geen historisch verantwoord document.)

Rest één pijnpuntje: Vigo Mortensen. Want voor de zoveelste keer speelt de man iedereen (Harris inclusief) van het doek. Het bewijs dat een acteur ook een filmster kan zijn. Des te opmerkelijker dat zijn carrière van inmiddels 49 titels bijna uitsluitend bestaat uit bijrollen. Misschien dat hij…

Appaloosa
Viggo Mortensen en Ed Harris bewijzen dat een authentieke western niet zielloos hoeft te zijn