Oorlogsdrama eet van twee walletjes

Acteurs Tobey Maguire en Jake Gyllenhaal zouden voor broers kunnen doorgaan. Ze hebben diezelfde combinatie van cuteness en diepe gronden, wat hen zowel aantrekkelijk als intrigerend maakt. Daarbij hebben beiden zich bewezen als divers acteur. Ze braken door met penetrante rollen in kleine films (respectievelijk 'The Ice Storm' en 'Donnie Darko'), draaiden hun hand niet om voor een blockbuster ('Spider-Man' en 'The Day After Tomorrow') en verbaasden vriend en vijand met anti-typecast rolletjes ('Wonder Boys' en 'Jarhead'). Voor zover er sprake is van gezonde rivaliteit (Gyllenhaal had bijna de hoofdrol in 'Spider-Man 2' weggekaapt omdat Maguire moeilijk deed) wordt die uitgespeeld in 'Brothers', de eerste film waarin ze samen gecast zijn.

Maguire is Sam, een beroepsmilitair met vrouw en twee dochters. Hij is zo square als het maar zijn kan. Zijn broer Tommy (Gyllenhaal) daarentegen komt net uit de bak wegens een bankoverval. Het mag hun band niet schaden: de broers houden van elkaar. Dan wordt Sam weer uitgezonden naar Afghanistan. Zijn helikopter wordt neergehaald. En Sam doodverklaard, hoewel zijn lichaam niet geborgen is. Sams dood heeft een opmerkelijk effect op Tommy: hij krijgt verantwoordelijkheidsgevoel en neemt de rol van surrogaatvader op zich. Maar Sam is niet dood. Krijgsgevangen genomen door de Taliban moet hij iets vreselijks doen om in leven te blijven. Als hij maanden later huiswaarts keert is hij een ander mens geworden.

Flashbacks zijn een vaak misbruikt middel om een verhaal, dat saai dreigt te worden wanneer gewoon lineair verteld, wat spanning te geven. Bij 'Brothers' snak je naar zo’n stoplap. Want omdat we Sams krijgsgevangenschap op de voet volgen, zijn we niet – zoals Tommy en het gezin – verbaasd dat Sam nog leeft, en belangrijker, dat ie een posttraumatische stressstoornis heeft overgehouden aan die nare Taliban. Sterker nog, we zitten af te tellen tot er iets in hem knapt en hij vrouw + kinders aan het broodmes rijgt. Suspense heet dat, als de kijker meer weet dan de personages, terwijl 'Brothers' toch echt een drama wil zijn. Maar had dan gekozen voor één perspectief; nu eten we van twee walletjes en smaakt de film naar vlees nog vis.

Het is overigens wel begrijpelijk dat er voor een parallelmontage gekozen is. De scènes waarin Tommy aanpapt met schoonzus en kids zijn, met name door het nadrukkelijke gebruik van popmuziek, op het sentimentele af, dus is afwisseling met pittige oorlogsdramatiek een welkom lapmiddel om de aandacht vast te houden. Maar 'Brothers' is een remake. Regisseur Jim Sheridan had er dus voor kunnen kiezen om het scenario te laten herschrijven. Nu volgt het klakkeloos de oorspronkelijke verhaallijn van het sobere Deense 'Brødre' uit 2004, dat niet kampt met sentimenten.

Wat rest is het acteerwerk van de ‘broers’. Gyllenhaal gebruikt vooral zijn charmes. Met zijn ongeschoren mountain man look, slaapkamerogen en bad boy persoonlijkheid versiert hij het bioscooppubliek in een handomdraai. Maar het is Maguire die verovert. Eerst onaantrekkelijk gepresenteerd met te braaf geschoren kin en te goed gestreken overhemd, ondergaat hij een transformatie in een oorlogsbeest, om later thuis helemaal te flippen en de door Tommy o zo liefdevol verbouwde keuken aan gort te slaan. Method acting à la Taliban.

Brothers
Tobey Maguire en Jake Gyllenhaal