Warm pleidooi voor onorthodoxe liefde

Een van de voordelen van films recenseren is dat je af en toe beroepshalve op parels stuit waar je aanvankelijk een sterk vooroordeel tegen koesterde. 'Dangerous Liaisons' bijvoorbeeld, een historisch Frans pre-revolutiedrama vol etiquette, kostuums en intriges zou ik in mijn vrije tijd niet bezocht hebben maar bleek een van de intrigerendste films van dat jaar.

De scenarioschrijver van 'Dangerous Liaisons', Oscarwinnaar Christopher Hampton, heeft nu zelf een film geregisseerd waar van de synopsis me huiveringen bezorgde: de liefde tussen een excentrieke homoseksuele schrijver met reumatiek en een jongensachtige kunstschilderes met penetratieangst, tegen de achtergrond van het Engelse platteland van de jaren twintig. Nog waar gebeurd ook.

Vooroordeel: een politiek correct James Ivory aftreksel met zoveel onderdrukte emoties dat je hyperventilerend de foyer inholt. Oordeel na de persvoorstelling: een prachtige, zeer romantische tranentrekker met een passiegehalte dat Depps 'Don Juan' tot Disneyniveau reduceert.

Engeland, begin eerste wereldoorlog. Carrington is een jonge, veelbelovende kunstschilderes met problemen in de liefde. Ze gaat trouwen met een collega, maar voelt zich absoluut niet tot hem aangetrokken. Die passie voelt ze wel voor Lytton, een ziekelijke, homoseksuele essayist met scherpe tong en gekreupelde seksuele huishouding. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan en Carrington en Lytton gaan samenwonen in een paradijselijk krotje op de hei.

Om aan hun seksuele trekken te komen nemen ze een stevige, fantasieloze arische officier in huis die het paartje wonderwel tot driehoek aanvult, en in de loop der jaren experimenteren ze nog met andere sekspartners. Maar spil is de platonische liefde tussen Carrington en Lytton, en wanneer de laatste na een kort ziekbed bezwijkt staat Carringtons besluit vast.

Het is een verdienste van regisseur Hampton dat hij weinig uitlegt. Personages worden behoorlijk geïntroduceerd door de voice over van Carrington, maar hoe deze precies met elkaar omgaan is niet altijd evident, en dit gebrek aan nadruk geeft de film een ontspannen, vrijblijvende sfeer.

Andere troef is de keuze voor Jonathan Pryce (Brazil) als Lytton, die het krampachtig-kunstmatige karakter van zijn personage met subtiele gebaartjes een hartverscheurend emotionele lading geeft. Ook Emma Thompson als Carrington, voor het eerst in een gedurfde, onfotogenieke rol, weet met haar Tomboy motoriek je hart te stelen.

Politiek correcte kijkers zullen Carrington prijzen als pleidooi voor onorthodoxe liefde in een intolerant tijdperk, voor mij is het een film waarin homoseksuele passie, heteroseksuele polygamie en platonische liefde eindelijk eens als vanzelfsprekendheden functioneren. Filmrecensenten zullen 'Carrington' bekritiseren vanwege zijn ongegeneerd romantische karakter.

En inderdaad, er worden geen scènes gevuld met alledaagse werksleur en inderdaad, de melodramatische soundtrack van minimal(!) componist Michael Nyman masseren je traanklieren tot het uiterste. Heel manipulatief allemaal. Maar wie verkiest er nu verantwoord realisme boven hartverscheurende romantiek?