Slopende actiespiraal in derde 'Die Hard'

Het big budget actiegenre is in technisch opzicht het meest geavanceerde filmgenre van het ogenblik. Camerawerk, geluidseffecten en stuntwerk hebben zo'n revolutie doorgemaakt dat alleen driedimensionale en digitale suggestie het nog verder kan perfectioneren.

Toch zijn actiefilms karakterloos en puberaal van aard gebleven. Huzarenstukjes als James Camerons 'Terminator II' en Renny Harlins 'Cliffhanger' zijn stilistisch inwisselbaar, terwijl stripachtige helden als Schwarzenegger en Stallone - megasterren die dergelijke dure producties noodzakelijk maken - niet overtuigen bij een volwassen publiek.

Uitzondering in het genre is cop-klassieker 'Die Hard' met Bruce Willis. ‘Die Hard’ had niet alleen een volwassen impact vanwege de evenwichtige regie van John 'The Hunt for Red October' McTiernan, maar vooral door de uitstraling van Bruce Willis, die, niet overmatig gespierd en gewapend met een geil-ironische uitstaling, ook kijkers van boven de twintig charmeerde.

Na 'Die Hard' ging Willis even vreemd met Renny Harlin in het mindere 'Die Hard II', imponeerde vervolgens met zijn kwaliteitsrol in het onbekende 'Mortal Thoughts', en bundelt nu weer krachten met McTiernan in de actietopper van deze zomer: 'Die Hard with a Vengeance'.

Over de plot moet zo weinig mogelijk verteld worden. Het verhaal speelt zich af op McLane's thuisbasis, The Big Apple, die geterroriseerd wordt door huurling Simon (Jeremy Irons). Deze wil wraak plegen op McLane omdat deze in deel I zijn broer vermoord heeft. Hij jaagt McLane en het complete politiekorps op hol met het dreigement een school vol kinderen op te blazen, en zet ondertussen de kraak van de eeuw in Wall Street.

'Die Hard with a Vengeance' proeft als een kwaliteitsrijsttafel. Zo veel en zo lekker, dat je het af en toe even wilt laten staan. Metro's die opgeblazen worden, Wall Street-bankkluismuren die met reuzenboren gepenetreerd worden, tunnels die vol water gepompt worden, Central Park dat met honderd kilometer per uur doorgescheurd wordt - alles met New York als fotogenieke hoofdrolspeler. De stunts zijn over the top maar zo sluw gemonteerd dat zelfs een blasé actieliefhebber niet murw zal raken - en dat is uitzonderlijk binnen dit genre.

Toch weegt deze orgie van adrenaline niet helemaal op tegen de claustrofobische sfeer uit ‘Die Hard’, die virtuoos uitgewerkt werd door - toen nog cameraman - Jan de Bont. Gelukkig is Willis in zijn smerige, gescheurde hemdje (hij had vijfentwintig identieke outfits voor de verschillende stadia) nog steeds prima identificeerbaar, al wordt hij weggespeeld door Irons die met een Oxford-Duits(!) accent welhaast Shakespeareaanse dimensies aan deze megapulp geeft.

Het enige excuus om 'Die Hard with a Vengeance' op een lullig videoschermpje te bekijken is dat je hem dan af en toe even stop kunt zetten. Té slopend voor volwassenen.