Stilstaand scheuren met koele blikken

De straten waren niet afgezet. De politie was niet op de hoogte gesteld. De stuntrijder had een fles Jack Daniels achter kiezen. De regisseur had hem opgefokt met sarcastische 'peptalk'. De camera was op een autostoel gemonteerd en aangezet. De stunt driver deed zijn gordel om. Zette zich schrap. Gaf gas. Vol gas. En scheurde met 140 km/u 26 huizenblokken lang achter een treinstel van de bovengrondse metro van New York aan. Zonder te remmen.

Yep, we hebben het over DE scène van The French Connection ('71). De meest bloedstollende car chase uit de filmgeschiedenis en er is geen meter van gespeeld. Regisseur William Friedkin gaf later toe dat de opname volstrekt onverantwoordelijk was, maar god, wat een adrenaline. Misschien is het wel de enige bloedstollende car chase uit de filmgeschiedenis. Want achtervolgingen zijn saai. Ze zien er gechoreografeerd uit, met functioneel slippende banden en stuntlieden die wegspringende voetgangers spelen op netjes geëvacueerde straten. Vulling voor tv-series.

Toch kun je zo'n achtervolging op andere manieren ballen geven. Bijvoorbeeld door een acteur te casten die niet alleen ontzettend cool smoelt, maar ook bekend staat als real life racer (Steve McQueen in Bullitt uit '68). Of door de chauffeur neer te zetten als een professional, een getaway connoisseur die niet scheurt voor de kick maar voor het geld (Ryan O'Neal in The Driver uit '78). Ryan Goshling probeert beide in Drive met koele blikken, strakke autohandschoentjes en gulden regels. En weet ons bijna in te pakken.

De driver (Ryan Gosling) noemt ie zich. Hij is professioneel autorijder. Doet stunts voor films en laat zich inhuren als criminele vluchtwagenbestuurder. Een goedbetaalde ZZP'er dus. Maar een eenzaam man. Tot hij de buurvrouw (Carey Mulligan) en haar zoontje leert kennen. Mannie zit in de bak, dus er kan iets moois opbloeien tussen de buren. Tot haar echtgenoot plots uit de bak komt. Hij heeft zich nog niet herenigd met zijn gezin of hij wordt door ex-bajesmaatjes onder druk gezet om een pandjeshuis te overvallen. En daarvoor is een vluchtwagen vereist.

Deense regisseur Nicolas Winding Refn is bepaald geen actiefilmhuurling. Met het rauwe Pusher en het absurde Bronson heeft hij bewezen vakkundig met stijl te kunnen jongleren en is hard bezig als cultregisseur door te breken in Hollywood. Ook Drive druipt van de stijltrucs, bedoeld om genreclichés naar de hand te zetten. Zo zijn de dialogen uitgebeend tot op het bot, worden shots zozeer opgerekt dat ze filmhuisfähig worden en zorgen helikoptershots, synthesizers en slow motion voor een droomachtige atmosfeer. Ook het geweld, een belangrijke factor in Refns werk, krijgt een draai. Van een afranseling wordt alleen de schaduwpartij getoond. En hoe vaak wordt iemand bedreigd door een kogel op diens voorhoofd te drukken en deze met een hamer af te vuren? Geen high art, wel effectief.

Toch is het niet de stijl die Drive boven de gemiddelde gaspedaalfilm doet uitstijgen. Het zijn de acteurs. Vooral de chemie tussen de hoofdrolspelers is hartveroverend. Hunk Gosling matcht zo onverklaarbaar goed met de nogal mutserige maar hypnotiserend glimlachende Mulligan, dat hun flirt geen seks behoeft om van het doek af te knallen. Tel daarbij een allercharmanste lach/staarwedstrijd tussen de driver en het zoontje, plus gastrolletjes van schmierende oudgedienden Albert Brooks en Ron Perlman als maffiosi, en je hebt een aangename zondagmiddagfilm.

En de car chases? Daar zitten zijn er opvallend weinig van in, voor een film die zich Drive durft te noemen. Belangrijkste achtervolging is de opening. Geen videoclip van stuurmanskunsten, maar focus op het ijzige vakmanschap van de driver en diens modus operandi. Denk een onopvallende auto met opgepept blok, geen verbaal contact met de criminele klanten, geen wapen, een exact getimede wachttijd. En veel laserblikken van Gosling, die niet zozeer scheurt als wel schuilt om politiehelikopters af te schudden. Daar, onder dat metroviaduct, is er bijna sprake van ultimate racing cool bij 0 km/u. Als Gosling die mieterige sportautohandschoentjes nou maar niet had aangetrokken.

Drive
Doe dan wanten aan!