Nonchalante chemie

Je wilt een film maken. Maar je moet je behelpen met een klein budget, een vaag scenario en beroerde acteurs. Wat te doen? Je maakt een roadmovie! Decors hoef je niet te timmeren want je maakt gebruik van bestaande locaties. Een doortimmerde plot is niet vereist want zo’n reis verkoop je als metafoor voor de spirituele ontwikkeling van de held. En nevenpersonages hoeven niet echt te acteren want worden even makkelijk gedumpt als geïntroduceerd. Met de roadmovie is het altijd scoren, moet de Franse regisseur Emmanuelle Bercot gedacht hebben.

Natuurlijk kan het geen kwaad om de filmposter op te waarderen met een Naam. Een actrice met autoriteit. Maar dan wel een betaalbare. Dan kom je al snel op een bejaarde (leeft Brigitte Bardot nog?) die er nog goed uitziet (toch maar niet Bardot) en echt kan acteren (zeker niet Bardot!). Bercot wist voor haar roadkomedie een tijdloze ster te schaken: Catherine Deneuve. Deze inmiddels 70-jarige actrice wil maar niet lelijk wil worden en loopt evenmin te schnabbelen in pulp. Gevaar is hoogstens dat haar larger than life verschijning de film doet kapsijzen. Niets is minder waar. Zelden heeft ze zo nonchalant weten te overtuigen als in Elle S’en Va.

Bettie is gedumpt door haar echtgenoot. Haar restaurant hangt tegen het faillissement aan. En haar moeder zeurt aan haar kop. La vie sucks! Dus wat doet Bettie, ze pakt de auto. En gaat rijden. Zomaar. Om sigaretten te kopen. Maar ook om zich te laten versieren in de disco. Om shag te paffen met een fossiele boer. Uit te slapen in een meubelzaak. En dan is er nog die kleinzoon. Charly. Die kent ze eigenlijk helemaal niet, maar als haar dochter Betty vraagt Charly van A naar B te brengen, dan doet ze dat. Alles kan, als je maar doorrijdt, lijkt het devies. Ze ontmoet zelfs een man. Een hele zure burgemeester, die haar maar een kwebbelkous vindt. Ah, l’amour!

Elle S’en Va begint bepaald niet bemoedigend. Gekibbel tussen Deneuve en haar bejaarde moeder proeft als kitchen sink à la française en doet je snakken naar Hollywoodiaans escapisme. Iets verderop worden onze tenen gekromd als Deneuve achter het stuur uithuilt terwijl Rufus Wainwright de Mercedes vol pathos pompt. Het lijkt wel alsof Bercot de empathie uit ons probeert te persen op een moment dat we Bettie nog helemaal niet kennen dus zeker nog niet met haar meeleven.

En er is nog veel meer mis met de film. De versierder is een karikatuur waarmee op de makkelijke lach gemikt wordt. De burgermeester is onverklaarbaar onbeschoft. De dochter is onverklaarbaar verwijtvol. En erg dwingend is het verhaaltje ook niet. Elle S’en Va kachelt maar door.

Maar Elle S’en Va kachelt wel erg lekker door. Het is een verademing La Deneuve peuken te zien bietsen in een C&W bar. Met een black-out kater wakker te zien worden naast een 100 jaar jongere geilneef. In een meubelzaak op een skai banstel haar ouderdom weg te zien snurken. Deneuve speelt Bettie met een naturel die haar tot zo’n weergaloos actrice maakt. Enige concurrentie die ze krijgt komt uit onverwachte hoek: androgyne snotneus Charly, oftewel Nemo Schiffman, oftewel haar kleinzoon. Die twee hebben een chemie die de Franse cinema even de brutaliteit geeft die ze al zo lang kwijt is. Improvisatie of subtiele acteursregie? Het geeft je het warme gevoel waarvoor je naar de bios gaat.

Elle S’en Va zal geen Palme d'Or of Oscar winnen. Daar heeft ze te weinig pretenties voor. Te weinig budget. Te weinig verhaal. Te weinig acteurs. Het is ook helemaal geen geweldige film. Maar als je bij Bettie instapt, blijf je wel de hele rit achterin zitten. Filters paffend, kind’ren meppend en cocktails zuipend, als een Thelma zonder Louise.

Elle s'en va
Thelma & kleinzoon