Familiereünie met keukenmes

Het is twintig jaar geleden dat John Carpenter met 'Halloween' de toon zette voor het zogeheten slasher genre. Halloween ging over een jongetje dat zijn zus met een keukenmes vermoordt, twintig jaar lang in een gekkenhuis wordt opgesloten en dan ontsnapt om zijn andere zus (Jamie Lee Curtis) naar het leven te staan. Geen meesterwerk als oerslasher 'Psycho', maar de sobere, effectieve regie maakte Halloween tot instant klassieker.

Dat kan niet gezegd worden van de doorsnee slasher: het genre wordt geteisterd door oppervlakkige personages en formule-scenario's. 'Als er maar voldoende tieners in opengereten worden', lijkt het devies van de makers. Gevolg van deze gemakzucht is dat zelfs hard-core fans het genre niet langer serieus nemen en regisseurs zich vergrijpen aan zelfpersiflages als 'Scream', waarin met een enorme tongue in de cheek op de cliché's van het genre en de expertise van de fans ingespeeld wordt. Ironisch genoeg is het ‘Scream’-schrijver Kevin Williamson die het genre weer een serieuze draai geeft met het jubileum-vervolg op ‘Halloween’: ‘Halloween H2O’.

Michael is terug. De psychopaat met het masker, de man zonder gevoel of geweten. Hij is terug, of tenminste, twintig jaar na dato duikt hij nog regelmatig op in nachtmerries en hallucinaties van zus Laurie (Jamie Lee Curtis). Laurie is er helemaal van aan de drank geraakt en slikt pilletjes om de angsten te smoren. Toch redt ze het aardig als directrice van een privé-internaat. Kan ze ook een oogje houden op haar zeventienjarige zoon. Die is haar overbescherming echter beu en gaat uitgerekend op Halloween de bloemetjes buiten zetten. Moet ie niet doen. Op Halloween krijgt oom Michael altijd zin in familiebezoek.

H2O is niet het eerste vervolg op Halloween. Na het onwaarschijnlijke succes in 1978 probeerden producenten een graantje mee te pikken en flansten ze de ene na de andere sequel in elkaar rond Michaels dokter, wijlen Donald Pleasance. Wat ‘H2O’ boven de rest doet uitstijgen is - behalve het budget - de medewerking van Jamie Lee Curtis. Ze nam zelfs het initiatief tot ‘H2O’. Ongetwijfeld om haar vastgeroeste carrière te oliën, maar naar eigen zeggen om haar personage van twintig jaar geleden uit te diepen.

Alle lof voor deze psychologische pretenties en Jamie's getraumatiseerde moeder overtuigt zonder meer, maar het realisme botst wat met Michaels absurde imago: een psychopaat-met-masker, keukenmes en Frankensteinmotoriek, zo iemand valt toch op in een suburb zou je zeggen. Kniesoor die hier over valt, want ‘H2O’ is minstens zo spannend als Carpenters Halloween. Niet zozeer door de regie van Steve Miner (tekende voor pulp als 'Friday the 13th') maar door het script van Kevin Williamson die, net als de fans, de slappe sequels spuugzat is en Laurie voor eens en voor altijd laat afrekenen met haar gekke broer.