Kooivechten à la Wim T. Schippers

Ze lijdt aan slapeloosheid. En doet voorzichtig aan met daten. Haar gezicht is een beetje hoekig, maar haar glimlach even stralend als verlegen. Een echte cutie, die tijdens interviews een authentieke en intelligente indruk maakt. Terwijl Gina Carano toch vooral Amerikaans kampioene cage fighting is. Yep, zo’n mixed martial arts-beest dat precies weet waar en hoe lang je op een hersenstam moet inbeuken om je tegenstander out te krijgen. Ze doet dat op zo’n meedogenloze én sexy wijze dat Hollywood star quality heeft geproefd.

Natuurlijk is Carano niet de eerste die voor zo’n cross-over wordt uitgenodigd. Bruce Lee, Dolph Lundgren, Jean-Claude Van Damme en nog een dozijn kerels met gezonde reflexen gingen haar voor. Maar dat waren dus allemaal mannen. En, op een enkele uitzondering na, acterende atleten die bleven steken in volkse actiefilms. Carano is ambitieuzer. Ze wachtte op een echte aanbieding: actiethriller Haywire van gerenommeerd regisseur Steven Soderbergh.

Soderbergh trekt sterren aan zoals een coke binge dat doet op een after Oscar party. Niet omdat alles wat hij aanraakt goud wordt, maar omdat zijn nonchalante, jazzy filmstijl met sepia beelden zo ontzettend lekker ranzig wegsnoept. In Soderbergh’s films lijken sterren opeens acteurs. Carano’s maiden voyage betekent voor haar dus behalve instant aanzien ook de kans eens ongegeneerd in te beuken op de hersenstam van sterrencast Michael Douglas, Ewan McGregor, Antonio Banderas, Michael Fassbender, Mathieu Kassovitz en Bill Paxton. En wie wil dat niet.

Gina Carano is Mallory Kane, zo’n Special Forces-type dat werkt voor een particuliere beveiligingsorganisatie à la Blackwater: duister en heel erg licensed to kill. We treffen Mallory als ze op de vlucht is voor haar eigen organisatie. Ze zou doorgeslagen zijn, een ongeleid projectiel, een terroriste die eigen teamleden vermoordt. Zelfredzaam is ze in ieder geval nog wel. Ze kaapt een auto en roept de hulp in van papa, een ijzervreter die in Irak heeft gediend. Semper fi!

Kapow! Zok! Oooof! Pwam! Zlott! Bam! Biff! Bap! De openingscredits zijn nog niet van het scherm afgedropen of Carano leeft zich met combat boots uit op Channing Tatum, een acteur die vooral naam heeft gemaakt met stierennek en 2x2 romp. Carano wint (uiteraard). En ja, het opent lekker, zo’n knokpartij. Alleen is de scène totaal niet spannend. Dat ligt niet aan Carano, want die kijkt alsof looks kunnen killen en haar gebeuk overtuigt volledig. Maar de knokpartij is houterig gefilmd, bijna campy. En dat geldt voor meer actiescènes. Ook veel dialogen zijn letterlijk op het absurde af (“She called to tell me she was going to Barcelona.” / “What did she say?” / “I'm going to Barcelona.”). De toon is soms zó Wim T. Schipperiaans dat je bloopers verwacht van sterren die in de slappe lach schieten.

Het is niet de eerste keer dat Soderbergh een genre 'liefdevol' ridiculiseert. Zo was retrocyclus Ocean's Eleven te melig om door te kunnen gaan voor de ‘ode aan de sixties’ die ze pretendeerde te zijn. Zo’n overdaad aan ironie schuurt immers al snel aan zelfgenoegzaam klooien. Zeker als het verhaal slordig verteld wordt - als Soderbergh’s stijl jazzy is, dan is de montage van Haywire sloppy bebop; pas na een uur begrijp je een beetje hoe vorken in stelen zitten. Natuurlijk, een thriller hoort te verwarren want dat spekt paranoia en dus spanning, maar dit is gewoon lui verteld.

Het enige dat Haywire de moeite waard maakt is Gina Carano’s charisma. Deze dame heeft de star quality waar Hollywood op aast. Terwijl de echte sterren erop los schmieren, doet deze atlete veel met weinig. Maar als Gina echt kloten heeft, kiest ze de volgende keer een rol zonder actie. En vooral zonder ironie - al is het een belevenis om deze kooitijgerin zelfgenoegzame sterren te zien wurgen met haar kickboksdijen.

Haywire
Een nieuwe uit de Kama Sutra