Filmidolen verbleken in elkaars aureool

Het leek te mooi om waar te zijn: een bijna drie uur durende politiethriller waarin Al Pacino en Robert De Niro elkaars tegenspelers zijn. De filmwereld zit al twintig jaar te wachten op een krachtmeting tussen deze Oscarwinnaars, maar ironisch genoeg is het een televisieproducent die hen nu samenbrengt in 'Heat'. Michael Mann, de man achter onder andere 'Miami Vice', heeft speciaal voor hen een scenario geschreven over een geobsedeerde politieman en een geobsedeerde bankkraker. Veelbelovend?

Zeker, ware het niet dat Manns reputatie als regisseur nogal dubieus is; zijn televisiefilm 'Manhunter' staat bekend als de betere tegenhanger van 'Silence of the Lambs', maar zijn enige bioscoophit 'The last of the Mohicans' is een verschrikkelijke Hollywoodprul. Met 'Heat' keert hij terug naar het beproefde sfeergenre van ‘Miami Vice’.

De Niro is een geniaal bankovervaller annex kraker. Hij houdt niet van geweld, maar schuwt het evenmin als hij het noodzakelijk acht. Als er bij een overval op een geldwagen drie bewakers doodgeschoten worden door een foute handlanger van De Niro, krijgen hij en zijn collega's (Val Kilmer en Michael Cheritto) rechercheur Pacino op hun nek. Pacino blijkt een verbeten schurkenjager. Hij schaduwt hen vierentwintig uur per dag, maar dat weerhoudt de misdadigers er niet van een bank te overvallen. Een bloedbad en een klopjacht volgen.

Het was allemaal inderdaad te mooi om waar te zijn. 'Heat' is niet De Definitieve Pacino-De Niro geworden, maar 'slechts' een verschrikkelijk goede en verschrikkelijk dure aflevering van 'Miami Vice'.

De luxueuze strandhuizen, bolides en Armanis, en de vette synthesizerklanken lijken zo van de serie gekopieerd, en al weet Mann ze voor het grote doek op te waarderen met overdonderend, strak gemonteerd geweld (een verbluffend realistische shoot-out in de straten van LA), het totaalproduct riekt nog steeds een beetje naar televisie: televisiekarakters, televisieplot, televisieromantiek... Vakwerk zonder originaliteit.

Een storender manco zijn echter Manns pretenties: de regisseur/scenarist/producer probeert Pacino's en De Niro's reputatie te misbruiken om filmgeschiedenis te schrijven. Dat komt het duidelijkst tot uiting tijdens een wapenstilstand in een cafetaria. De Niro en Pacino zitten samen een bakkie koffie te drinken en praten over eikaars loopbaan. Ze maken grapjes en tonen wederzijds respect, maar waarschuwen elkaar dat ze geen moment zullen aarzelen als het tot een confrontatie komt. Professional tegen professional.

Het is duidelijk dat Mann de film hier op een meta-niveau wil trekken, dat hij wil pronken met een krachtmeting tussen de acteurs: wie is de diepste method actor. Natuurlijk kan het Pacino en de Niro niet verweten worden dat ze hun mythe meezeulen, en als ze onbekend waren geweest had de scène waarschijnlijk impact gehad. Maar nu lijken ze een paar has beens die zich hebben laten omkopen voor een zelfgenoegzame gastrol in 'Vice'.