De dood als bindmiddel

"Don't just do something, stand there!" Met deze tip van zijn acting coach mag legende Clint Eastwood graag verklappen wat al die jaren zijn geheim is geweest. "Gary Cooper wasn't afraid to do nothing." voegt hij er dan aan toe. Misschien meer nog dan 'Coop' is Eastwood de archetypische filmster, een persoonlijkheid die met minimum aan mimiek & motoriek het scherm weet te domineren. Dat dit charisma zich tegen hem keerde zodra hij meer complexe rollen speelde, zoals de fotograaf in het overigens hartverscheurende The Bridges of Madison County, heeft hem er niet van weerhouden pas recentelijk achter de camera te verdwijnen. Wat was het, ijdelheid of marketing?

Vermoedelijk marketing. Want Eastwood, die met 80 lentes op zoek is naar een Clint 2.0 (én minimalistisch charisma én breed spectrum) heeft zijn opvolger gevonden in een acteur zonder good looks. Matt Damon. Damon heeft weinig nodig om in zeer uiteenlopende rollen te overtuigen. Maar ziet eruit als de boy next door. Een heimelijke wens van de naar anonimiteit snakkende Eastwood? Matt mag Clint 2.0 doen in diens voorland: Hereafter.

Damon is medium George. Een écht medium. Tegen wil en dank, want hij ervaart zijn contact met de dood als een vloek. Iedere keer als hij een relatie aangaat loopt het stuk op zijn meerkennis. Marie (Cécile de France) is een ambitieuze presentatrice van een Frans televisieprogramma. Als ze tijdens een vakantie door een Tsunami meegesleurd wordt krijgt ze een bijna dood-ervaring die haar leven verandert en gaat ze op zoek naar lotgenoten. De Britse Marcus (George McLaren) vormt de helft van een eeneiige tweeling. Moeder is junk, maar broertje een kanjer. Marcus' leven stort in als de laatste omkomt en moeder uit ouderlijke zorg ontheven wordt. Kortom, drie drama's die om de dood draaien.

Spectaculaire special effects. Europa. Spiritualiteit. Het is even wennen aan deze Clint, of beter gezegd aan de combinatie regisseur Eastwood - producent Spielberg. Er hangt betovering in de lucht, maar zeker ook kitsch. Alsof deze kapotgelauwerde cineasten in hun magic touch zijn gaan geloven, terwijl ze al 10 jaar teren op successen van weleer. Ook Hereafter had meer moeten zijn. Met minder.

Stilistisch gezien wordt de film gekreupeld door Clints achilleshiel: nadrukkelijkheid. Alles wordt uitgelegd in plaats van verbeeld, of verbeeld in plaats van gesuggereerd. Als Clint xenofobisch Amerika ter oriëntatie een Eifeltoren voorschotelt of met zelf getokkelde gitaar sentiment afdwingt, wanen we ons in de televisiebanaliteit van Clints roots.

Groter probleem is het scenario van - ook al - veteraan Peter Morgan (Frost/Nixon). Morgan wil te veel. Ondanks het trage tempo is er te weinig ruimte voor drie verhaallijnen met zulke zware thema's. De bijna dood-ervaring van de wel erg Françaisige Française schreeuwt om verdieping. Het drama van de cockneytweeling is voldoende voor een twee uur durende Mike Leigh. En Matt Damons vervloekte medium had een sobere Spielberg kunnen opleveren. Daarbij lijken hun paden elkaar vooral te kruisen omdat de schrijver dat uitkomt. Nooit voelen we de onontkoombaarheid van het lot.

Maar, zoals in iedere Clintfilm, zitten er in Hereafter ook indrukwekkende momenten. Zo is de Tsunami ronduit schokkend omdat het de eerste digitale ramp is in een realistische context. Verder zullen weinigen het droog houden tijdens de even roerende als geestige sessie met Matt Damon en George McLaren. Ze gunt ze ons bovendien een blik op Matt 2.0: het knulletje steelt de scène. Elke scène. En speelt nog een dubbelrol ook.

Hereafter is echter op zijn sterkst als er bijna niets gebeurt. Als Matt Damon op bed ligt, doodeenzaam luisterend naar een cd waarop zijn idool Charles Dickens wordt voorgelezen. "Don't just do something", zal Clint hem ingefluisterd hebben. "Lay there."

Hereafter
Luisterboek voor zielerust