Luchtig bijna-meesterwerk zonder artistieke pretenties

Geloof me of niet, er wordt nog steeds entertainende filmkunst gemaakt. Ga maar eens in 't Hoogt kijken, naar 'In the Soup' om precies te zijn. 'In the Soup' van Alexandre Rockwell is een origineel geschreven, intelligent geregisseerde, prachtig gefotografeerde en schitterend gespeelde tragikomedie, die terecht de 'Grote Prijs van het Sundance Filmfestival' en de Publieksprijs van het 'Festival of the American Film' heeft gewonnen. Een allercharmantst low-budget juweeltje.

'In the Soup' is het relaas van scenarioschrijver Adolpho (Steve Buscemi). Adolpho woont in een afgeragd stinkkamertje in New York City en is net zijn baantje kwijtgeraakt. Toch is hij vol optimisme. Hij heeft immers net zijn 'geniale' filmscript voltooid, en succes is dus nog slechts een kwestie van tijd. Maar tijd heeft Adolpho niet: zijn huisbaas staat hem wegens huurachterstand naar het leven.

Echter: als Adolpho een advertentie plaatst om een geldschieter voor zijn meesterwerk te lokken, komt hij in contact met de royale Joe (Seymour Cassel), die 'in de kunst' wil. Joe schuift Adolpho direct een 'big one' toe en Adolpho hapt dankbaar toe. Maar al gauw blijkt dat Joe behalve film-kunstliefhebber ook gangster is, en Adolpho tegen wil en dank zijn rechterhand wordt.

Omdat 'In The Soup' in zacht zwart-wit gedraaid is, langzaam gesneden is, over markante marginale outcasts gaat, en ook nog eens een sympathiek low budget uitstraalt, ligt een parallel met Jim Jarmush voor de hand (deze speelt overigens een bijrolletje). Maar daar doe je 'In the Soup' te kort mee.

Niet zozeer omdat er nog meer invloeden te signaleren zijn (onder andere Polanski's 'Le Locataire', Gilliams 'Brazil' en hier en daar zelfs echo's van Buñuel) maar vooral omdat scenarioschrijver/regisseur Rockwell toch een geheel eigen, charmante stijl heeft ontwikkeld: hij filmt speels en luchtig zodat 'In the Soup' van iedere artistieke pretentie gespeend lijkt, terwijl hij tevens zoveel aandacht aan de uitwerking van de personages en de verhaallijn besteedt dat hij een elegant evenwicht tussen entertainment en kunst creëert.

Joe's personage bij voorbeeld, blijkt niet alleen een banaal brallende wise guy-karikatuur die met Adolpho's muzen wil flirten, maar ook een intelligente bon vivant die de jonge kunstpurist leert om van het leven te genieten en zich niet voortdurend achter artistieke praatjes te verschuilen. You gotta love the guy. Verder worden de kluchterige scènes voldoende afgewisseld met momenten die de kolder overstijgen en de film een subtiel, melancholiek tintje geven.

Mooiste scène is een inbraak, waar Joe Adolpho mee naar toe heeft gesleept. Als Joe boven naar geld aan het wroeten is wordt Adolpho beneden verrast door de heer des huizes. Deze blijkt dement en denkt dat Adolpho zijn zoon is. Volgt een even hartverwarmende als simpele dialoog, waar ik verder niets over kwijt wil. Te mooi voor recensie-geblaat.

'In the Soup' is op een haar na geen meesterwerk. Iets te onsamenhangend. Iets te weinig climaxopbouw. Net iets te veel kolder. Maar vergeet deze zeuropmerkingen en ga snel van dit juweeltje genieten. Al was het alleen maar om even bij te komen van al die zogenaamde echte meesterwerken.