Eetbare seks in pikant, maar stijlvol epos

Merchandising van films is grotendeels gebaseerd op seks. De droomwens van menig producent is dat zijn produktie maar ternauwernood en met veel tam tam door het oog van de filmkeuringsnaald komt, en dat er in filmmagazines wild gespeculeerd wordt over de mogelijkheid dat de sterren het écht met elkaar doen. Sex sells.

Maar eigenlijk is seks in bioscoopfilms een hoogst onaangename zaak; het is immers gênant om samen met een paar honderd andere mensen geil te worden zonder dat dit zich kan manifesteren. Dus ga je maar een paar keer verzitten. In je ogen wrijven. Doen alsof je neus bloedt.

De promotie van de Spaanse produktie 'Jamón, Jamón' drijft wel heel erg op seks. Regisseur Bigas Luna omschrijft hem met "a film in which love and beauty can be eaten", maar dat is een fiks eufemisme vergeleken met de poster, de trailer en het sappige imago die op de film vooruit lopen. Overal wordt beklemtoond hoe pikant 'Jamón, Jamón' wel niet is. Hoe gewaagd. Hoe heet. Bijzonder irritant allemaal, maar wel accuraat.

'Jamón, Jamón' draait om mensen die het met elkaar zouden móeten doen, en het dan vervolgens met anderen gaan doen. De titel, die zoveel betekent als 'een schoonheid om op te eten', slaat op de sexy jongedame Silvia (Penélope Cruz), dochter van hoerenmadam Carmen (Anna Galiena). Silvia houdt van José Luis (Jordi Molla) en wil met hem trouwen.

De moeder van Luis, Conchita (Stefania Sandrelli) vindt Silvia echter te min voor haar zoon, en 'huurt' de dorpsmacho Raül (Javier Bardem) in om haar te versieren. Maar dan wordt Raül verliefd op Silvia, Silvia op Raül, Conchita op Raül, vervolgens Raül op Conchita, terwijl José Luis troost zoekt bij Carmen. En dan hebben we het nog niet eens over de vader van José gehad.

Een klucht? Neen. Kluchten zijn lomp, flauw, en onwaarschijnlijk. 'Jamón, Jamón' is vlot, geestig en bijna neo-realistisch. Op een enkel dubieus moment na, waarin de regisseur personage Raül kruis-krabbend, ham vretend en knoflook boerend als macho profileert, weet de Bigas voortdurend te voorkomen dat zijn kluchtscenario in boertige meligheid verzandt. Bigas is subtiel. Zelfs een seksscène voor een gigantisch silhouet van een 'Osbornse' stier, en een stierengevecht met twee macho's met halferecties, zijn even stijlvol als amusant.

Het enige probleem van 'Jamón, Jamón' is haar kracht: de seks is te aantrekkelijk. Cruz, Galiena en Sandrelli stralen een ongekend natuurlijke erotiek uit, en ook Bardem weet van zijn dekhengst Raül een aantrekkelijke bink te maken. Allemaal zeer sexy. En daar zit je dan straks mee, in 't Hoogt, in het donker... Brandend zand en nergens water.