Van aardappelhoofd karakterkop

Regisseur Walter Hill heeft een voorkeur voor ruige filmpersonages. Zijn films zitten er vol mee: Hells Angels, straatvechters, desperado's en ander tuig. Maar Hill heeft weinig gevoel voor nuance. Hij accentueert de ruigheid van zijn personages zo drammerig, dat ze karikaturen worden. Zijn Hells Angels lijken op Iwan Rebroff, zijn straatvechters op Michael Jackson en zijn desperado's op figuranten uit 'Bonanza'. Niet erg geloofwaardig.

Acteur Mickey Rourke speelt bij voorkeur ruige personages. Chronisch alcoholisten, straatbendeleiders of terroristen. En Rourke is altijd overtuigend. Hij heeft stijl. Zijn uitstraling hangt nauw samen met de cultus die rondom zijn privéleven is gegroeid en die Rourke zorgvuldig koestert: zijn boksverleden, zijn werk als uitsmijter en zijn omgang met Hells Angels.

Dat spreekt aan. Het publiek wil immers geen acteur die een bink speelt, maar een bink die toevallig zijn brood verdient met acteren. Rourke is nu door Hill gestrikt voor de hoofdrol in 'Johnny Handsome'. Wat leverde die samenwerking op? Inderdaad. Een overtuigende hoofdrol in een karikaturale film.

Rourke zelf is Johnny Handsome, een kruimeldief met een zwaar verminkt gezicht. Tijdens een overval wordt hij door zijn eigen maten neergeschoten en komt hij, zwaargewond, in de bak terecht. In het ziekenhuis aldaar ziet een plastisch chirurg wel brood in hem en begint vol ijver in Johnny's gezicht snijden.

Het resultaat liegt er niet om: na een paar operaties is Johnny Handsome's aardappelhoofd veranderd in Mickey Rourke's karakterkop. Zonder een litteken achter te laten(!). Johnny wordt voorwaardelijk vrijgelaten en probeert een nieuw leven op te bouwen. Baantje, meisje, boompje, beestje, alles lijkt goed te gaan. Maar de politie weet wel beter. Johnny is geen burger. En inderdaad, Johnny zint op wraak...

De openingsscène van 'Johnny Handsome' is een van de mooiste uit de filmgeschiedenis: Johnny komt op ons aflopen, door de achterbuurten van nachtelijk Los Angeles. In slow motion. Eerst kunnen we zijn gezicht niet zien, dan geloven we onze ogen niet en uiteindelijk schrikken we ons rot. Weerzinwekkend, spookachtig en vooral: dieptreurig.

Maar afgezien van deze stijlvolle introductie verpest een overdosis stoerheid 'Johnny Handsome'. De slechteriken, dit keer een soort Bonny & Clyde, zien eruit alsof ze auditie hebben gedaan voor de punkversie van 'Saturday Night fever'. Idioten. Ze hebben een veel te grote bek en verdrinken in een waterval van fuck you's en fuck offs. En ze sleuren 'Johnny Handsome' met zich mee.