New Age nazi-homofantasie

Special effects dateren snel. Filmtrucs die ons vroeger uit de bioscoopfauteuil deden vallen, doen ons nu schaterlachen. Ook CGI (computer generated imagery) wacht dit lot. Sterker nog, veel digitale beelden vallen nu al door de mand omdat de specialisten zich niet kunnen beheersen en de effecten een magere plot moeten camoufleren. Een enkele keer echter ‘maken’ ze de film.

Life of Pi bijvoorbeeld, over een jongeman die schipbreuk lijdt met een tijger in zijn reddingsbootje, overtuigde met levensechte nepkat en magische oceaan-die-eigenlijk-een-zwembad was. De trukendoos had meerwaarde.

Het spirituele Pi heeft onmiskenbaar als inspiratie gediend voor Kon-Tiki. Niet dat het relaas van Thor Heyerdahl níet schreeuwde om verfilming. Heyerdahl, overtuigd dat de Polynesiërs afstammen van Peruaanse zeelieden die gebruik maakten van een zeestroom, bouwde na de Tweede Wereldoorlog een balsahouten vlot zoals Peruanen dat 1500 jaar geleden gedaan zouden hebben en liet zich in 101 dagen de 6880 km naar de eilandengroep drijven. Je reinste waaghalzerij die hem een bestseller van 50 miljoen exemplaren opleverde.

Dat Hollywood zich nooit vergrepen heeft aan dit avontuur komt doordat de waarheid in de weg zat. Nou ja, waarheid. Thor had een 16mm camera meegesleept er zelf een ‘documentaire’ van gedraaid. Deze propaganda heeft de enige Noorse Oscar ooit opgeleverd, dus werd het lastig om de waarheid opnieuw bij elkaar te fantaseren. 66 jaar na dato durven ze het eindelijk aan om de computer de sporen te geven en het avontuur als natte New Age-droom op te dienen.

Hoe zat dat ook al weer met die Kon-Tiki? Bijna was Heyerdahl niet uitgevaren. De wetenschap nam zijn plan namelijk – terecht – niet serieus, waardoor hij de grootst mogelijke moeite had om een sponsor te vinden. Alleen Peru, hongerig naar de status van een retro-imperialist, hapte toe zodat Thor en vijf kornuiten alsnog het ruime sop konden kiezen. Daar wachtte hen allerhande gevaren. Van metershoge golven tot witte haaien met lekkere trek. Ook onderling ontstond er wrijving. Zo werd Thors autoriteit ondermijnd toen zijn bemanning anachronistisch ijzerdraad wilde gebruiken om het vlot vast te snoeren. Hadden ze 1500 jaar geleden ook niet! Muiterij!

Zes jongens-op-een-houtvlot, zo’n scenario riekt al snel naar theater. En bij een toneelstuk hangt alles af van overtuigende personages. Dappere zet dus van Noorse regisseurs Joachim Rønning en Espen Sandberg om het verhaal met onbekende en dus blanco Noorse acteurs te presenteren. Helaas investeren de makers te weinig in de personages, waardoor de acteurs met hun Monty Pythonbaarden inwisselbaar lijken. Dat hun dialogen even bloedeloos als humorloos zijn en ze Amerikaans-met-een-Noors-accent spreken helpt ook niet echt.

Wat onze empathie ‘t meest in de weg zit is Thor Heyerdahl himself. Deze hoogarische goeroe met Jezuscomplex (“have faith!”) wens je al gauw tot haaienvoer, terwijl de hagiografische toon van de film toch doet vermoeden dat we in Thor eerder een dappere idealist moeten ontdekken dan een vader die zijn gezin in de steek laat om zijn ego te spekken. Thors filmversie is nog enger dan zijn docu-kloon.

Dat Kon-Tiki toch meer is geworden dan een nazi-homofantasie is vooral te danken aan het geweldige avontuur. Zes jongens drijvend op een theorie in een woestijn van golvend zout, dat blijft tot de verbeelding spreken. Daarbij zijn de computer generated zeebeesten volstrekt overtuigend. Zelfs een digitale haai die aan dek getrokken is omdat ie de scheepspapegaai opgevroten heeft, lijkt echter dan de acteurs van vlees en bloed.

Helaas wordt de oceaan nooit zo magisch als in Life of Pi omdat we ons niet betrokken voelen bij de boys. Je maakt je geen zorgen over hun lot, zelfs niet als je onbekend bent met de feiten. Sterker nog, als die dikke ingenieur het anti-haaienpoeder iets te enthousiast uitprobeert, hopen we dat de botzaag tóch nog van pas kan komen - daar is die computer generated imagery immers voor uitgevonden…

Kon-Tiki
FF er helemaal uit