Onderhuidse gekkigheid

Het is salonfähig om te gruwen van macho cinema. Zo is testosteronicoon Sylvester Stallone een dankbaar onderwerp van hoon omdat hij zijn gebeeldhouwde lichaam en commandomotoriek zoveel nadruk geeft in actiefilms. Potsierlijke proleet! Een stuk minder politiek correct is het om je te ergeren aan queer cinema. En dan hebben we het niet over films waarin homoseksualiteit een gegeven is, zoals het prachtige A Single Man, maar over komedies als La Cage Aux Folles waarbij we verwacht worden mee te gieren met nichterige hysterie. Kijk eens wat ont-zet-tend gay we zijn!

De Spaanse Pedro Almodóvar is een regisseur die openlijk uitkomt voor zijn homoseksualiteit. Zijn films gaan echter zelden over nichten. Sterker nog, Almodóvars protagonisten zijn meestal hetero's die worstelen met relaties. Wat zijn oeuvre toch nichterig maakt is de stijl. Zijn verhalen zijn doordrenkt met valse ironie en ondergedompeld in een flauw soort absurdisme waardoor je niets of niemand serieus kunt nemen. Het leven is immers één grote travestie! Liefhebbers noemen zijn werk bizar, maar de spot ondermijnt iedere betrokkenheid.

Dat je toch niet om Almodóvar heen kunt komt door zijn visuele power. Deze regisseur verbeeldt alsof filmen een feest is. Bruisend, kleurrijk, dynamisch. Latin lust. Daarbij weet hij zijn stokpaardjes, gender bending en seksuele identiteit, zo origineel uit te werken dat het tot een eigen genre uitgegroeid is. Laten die Freudiaanse elementen het nou uitstekend doen in horror. We zijn dus aangenaam verrast dat hij zich op dit genre geworpen heeft met La Piel Que Habito, De Huid Waarin Ik Woon. Over een plastisch chirurg, een beeldschone vrouw en een setje vlijmscherpe messen.

Aanzien en rijkdom, dokter Robert (Antonio Banderas) heeft het allemaal. Maar zijn leven is een tranendal. Zijn vrouw heeft zelfmoord gepleegd nadat ze van top tot teen was verbrand bij een auto-ongeluk. Zijn dochter heeft zelfmoord gepleegd nadat ze was verkracht en dientengevolge krankzinnig is geworden. Dokter Roberts inzet voor de wetenschap is er niet minder op geworden. In zijn thuislab heeft hij de eerste echte kunsthuid ontwikkeld. Sterker en soepeler dan het organische origineel, immuun voor malaria. Voor de experimenten heeft hij een proefpersoon gebruikt, een mooie vrouw (Elena Anaya) die in zijn luxueus ingerichte kelder verblijft. De vraag is echter of zij zich wel vrijwillig laat behandelen. En wat ze toch allemaal op de muur schrijft. En waarom ze zo op zijn ex-vrouw lijkt.

De eerste 20 minuten van La Piel Que Habito zijn een snoepwinkel voor cinefielen. Ouderwetse horror gepresenteerd in visual story telling en gearomatiseerd met voyeurisme à la Brian De Palma. Finger licking good. En de film is behoorlijk spannend, want de plot wordt verteld in flash-backs die het mysterie mondjesmaat ontrafelen. Almodóvar weet hoe je een verhaal moet vertellen.

Helaas weet hij ook hoe je het kunt verknallen. Zo kan hij het niet laten om de suspense te onderbreken met absurdistische momenten. Meest ergerlijk is een hilarisch bedoeld subplotje over een halfbroer. Deze macho is verkleed en geschminkt als tijger want kan alleen met carnaval over straat omdat hij anders door de politie herkend wordt. Hij dringt het huis binnen en heeft vervolgens hijgend en steunend en zwetend seks met het proefkonijn. De scène heeft geen enkele meerwaarde, lijkt uitsluitend bedoeld om heteroseksualiteit te banaliseren. Want dat gebeurt vaker. Waarom moeten er tijdens een feestje tientallen jongeren simultaan in de struiken liggen te neuken? Waarom moet Antonio Banderas een set dildo's presenteren en uitleggen hoe je een nieuwbakken vagina oprekt? Niet leuk want valse ondertoon.

Verder maakt Almodóvar onbegrijpelijke inschattingsfouten. Zo schenkt hij veel te veel aandacht aan een optreden van een zangeres die verder geen rol speelt. David Lynch had met zo'n intermezzo kunnen wegkomen omdat díe er een macabere schwung aan had gegeven. Maar Almodóvar wil vooral lekker gek doen. En lekker gek is killing voor horror.

Almodovars aanstellerij valt zo op omdat deze, voor zijn doen toch behoorlijk conventionele, film in veel opzichten de moeite waar is. Waarom nou niet één keertje gewoon gewoon doen? Waarom nou niet één keertje vertrouwen op professionaliteit? Als Almodóvar zichzelf serieus gaat nemen, dan kunnen wij dat doen met zijn personages. Zelfs als dat macho's of nichten zijn.

La Piel Que Habito
Wassen en föhnen?