Geriatrische kwinkslagen

Filmsterren die een middelbare leeftijd bereikt hebben beklagen zich nogal eens over leeftijdsdiscriminatie in Hollywood. Met name rijpe actrices voelen zich afgedankt. Een hypocriet verwijt, want ooit werden zij mede vanwege hun good looks uitverkoren - niet zeuren dus als je product over datum is. Daarbij is Hollywood niet zozeer immoreel als amoreel: ze wil zoveel mogelijk geld verdienen aan haar sterren. Dus mochten rimpels ooit in de mode raken, dan zullen castingbureaus zonder twijfel in bejaardentehuizen ronselen.

Gelukkig gedragen niet alle sterren zich als slachtoffer. Sommigen gebruiken de ervaring die ze op de set hebben opgedaan om zichzelf om te scholen tot producent of regisseur. Diverse sterren hebben zo voor een tweede carrière gezorgd: Eastwood, Gibson, Clooney, noem maar op. Nu maakt de 75-jarige Dustin Hoffman zijn regiedebuut. Hoewel niet verlegen om filmrollen, heeft hij al decennia geen hit meer gehad dus besloot hij zichzelf tot cineast te bombarderen. Hij verfilmde Quartet, een toneelstuk over bejaarden. Geslaagde career move of de bijwerking van een ernstig verlate midlife?

Een bejaardentehuis voor muzikanten. Het bestaat. In Engeland. Nog even dan, want geldnood bedreigt hun welverdiende rust. De bewoners zitten niet bij de pakken neer en organiseren een benefietconcert. Zo proberen drie operaveteranen een prima donna over te halen om als kwartet hun opwachting te maken in een Rigoletto-tussen-de schuifdeuren. Maar oud liefdesverdriet zit de hoge C in de weg.

Verfilmingen van toneelstukken doen al rap de haren te berge rijzen. Immers, veel dialoog + weinig locaties > weinig film. Verfilmingen van toneelstukken over bejaarden doen die haren nog verder rijzen. Immers, op de planken blijft de vergrijzing nog op veilige afstand, op het scherm wordt iedere onvolkomenheid genadeloos opgeblazen.

Toch zijn het niet de face-lifts die Quartet nekken. Het is de oubolligheid. Hardcore oubolligheid. Scriptschrijver Ronald Harwood probeert de ouwetjes van zijn toneelstuk met alle macht neer te zetten als koddige krasse knarren. Kreupel en incontinent en vergeetachtig, maar o zo vol leven! Oftewel een spervuur van zwarte grappen; over elkaar, over aandoeningen, over ouder worden. Maar iedere kwinkslag heeft een baard, ieder personage lijkt gecomponeerd, iedere dialoog klinkt als een cliché. Quartet is gemaakt voor demente bejaarden.

En zelfs dat niet. Want de makers doen tevens een halfwas poging een brug te slaan naar de jeugd. Een speelse reis door de muziekgenres, van opera tot rap, van Latin tot jazz. Zo leren we dat opera ooit voor het gewone volk bedoeld was, net als rap en pop dat nu zijn! Niets zo ergerlijk als een film die denkt haar publiek te kunnen onderwijzen, hoe terecht die veronderstelling vaak ook is.

Wat evenmin onze sympathie wekt is de elitaire positie van de bewoners. Deze oudjes zijn luxepaarden; rijke, getalenteerde, machtige ouderen die, tegen het schitterende decor van het Britse platteland, alle ruimte hebben om over hun verleden te mijmeren. ‘Old age is not for sissies!’ wordt Bette Davis tot driemaal toe als adagium gequoot. Blijkbaar wel voor gefortuneerden. En waarom is Hoffman in zee gegaan met Britse acteurs? Omdat die meer aanzien hebben dan Amerikaanse filmsterren, omdat ze een Shakepeariaanse verdieping mmedragen? Maar nu lijkt Quartet een parade van has beens uit de BBC-stal, een afgekeurde aflevering van Dad’s Army.

Pas tegen de finale weet de tragikomedie een beetje te raken. Dan beseffen we ook dat de plot over vergane glorie meer potentieel heeft dan deze lauwe registratie waarmaakt. Dat Quartet de flair van het klassieke Hollywood had kunnen hebben, mits herschreven door een scriptdokter, geregisseerd door een veteraan en vertolkt door echte sterren. Jammer dat Hoffman achter de camera’s is gekropen, want Quartet had zijn comeback als filmster kunnen betekenen, zeker nu de vergrijzing een wederopstanding van de geriatrische cinema mogelijk maakt.

Quartet
Let's rock this town