Louis de Funès 2.0

In talkshows is hij wel heel erg het haantje. Een geestig haantje, maar ook de theateracteur-die-zich-altijd-en-overal-moet-laten-gelden. Toegegeven, zo’n intense, neurotische persoonlijkheid was vereist om van C'est Arrivé près de chez Vous de Waalse culthit te maken die het is geworden. Deze low budget ‘documentaire’ over een laconieke huurmoordenaar is een brutale exercitie in zwarte humor die helaas stilistisch uitglijdt en ontspoort in cynisch realisme. Niettemin was acteur / scenarist / regisseur Benoît Poelvoorde instant ster en mocht naast Quentin Tarantino plaatsnemen in de jury van Cannes.

De vraag was natuurlijk of Poelvoorde zijn ego zou kunnen inhouden als een rol dat vereiste. Ja dus. Met zijn vertolking van baron annex maecenas in Coco avant Chanel - het enige lichtpuntje deze couturierdraak - bewees Poelvoorde ook met heel weinig heel veel te kunnen doen. Maar in Rien à Déclarer van regisseur Dany Boon mag hij ons weer ouderwets los. Als een Louis de Funès 2.0.

De Europese Unie komt eraan. Dat betekent het begin van het einde voor het edelste aller beroepen: douanebeambte. Tenminste, dat is het voor de Waalse Ruben. Hij is zo’n dienstklopper die er genoegen in schept om autofauteuils van gezinnetjes open te snijden op zoek naar gesmokkelde Pepsi. Onderliggende drijfveer is een diepgewortelde hekel aan Fransen. Ondermensen zijn het, daar aan de andere kant van de grens! Een van die ondermensen is Mathias (regisseur Dany Boon). Ook een douanebeambte, maar dan van het milde soort. Hij moet – tot ontzetting van Ruben – samen met de laatste een bi-nationaal mobiel douaneteam vormen. In de praktijk betekent dit in een Renaultje 4 achter smokkelaars aanscheuren over nauwelijks verharde B-wegen. Voor Mathias echter een mooie gelegenheid om aan te pappen bij Ruben, met wiens zus hij wil trouwen. Maar Ruben is dan misschien gek, hij is niet van gisteren.

Driftkoppen leveren uitstekende komedie op. Het lijkt wel of hun woede-explosies uiting geven aan ons onbewuste besef dat life sucks. Was in de jaren ‘60 en ‘70 de Franse Louis de Funès de onbetwiste koning van de komische driftbui, Poelvoorde brengt een ode aan de meester met aanstekelijk geschuimbek, gefulmineer en gestampvoet. Dat het doordrenkt is van nationalisme mag de pret niet drukken, want zijn persoonlijkheid is zo over the top dat je onmogelijk aanstoot aan de UeberBelg kan nemen. Hij is het type dat misselijk wordt van Frans bronwater, ’s nachts wakkerschrikt omdat hij Franse inbrekers ‘hoort’, met een brok in de keel bidt dat de Europese Unie mislukt en zijn zoontje van vier vol glorieuze wapenfeiten van Wallonië pompt. Ruben heeft passie. Maniakale passie, maar onmiskenbaar passie.

Dat maakt hem nog leuker dan de normale dorpsbewoners. Niet dat die correct zijn. De middenstander met dunnend haar en zijn opportunistische echtgenote heulen met de drugkoeriers. De drugkoeriers bazelen tegen de douanebeamten over transplantatieorganen met een lading vol coke in hun nepambulance (waarvan de ‘u’ ontbreekt). En douanebeambte Mathias wringt zich in genante bochten om met Ruben te buddyen. In dit grensplaatsje is iedereen een sukkel, en zo hoort dat in een familiekomedie.

Des te schokkender is daarom is het grove geweld: tweemaal worden er boeven in de RUG geschoten, waarbij het nog maar de vraag is of ze het overleven. In ruggen schieten hoort natuurlijk niet thuis in dit universum en de dood al helemaal niet. Waarom niet gewoon een schot hagel in de kont, dat is ook vormend voor de fragiele kindergeest. Dergelijke stijlbreuken kunnen zelfs meesterwerkjes als C'est Arrivé onderuit halen.

Genoeg gezeurd. Het is schateren om de voorspelbare grappen (als onze jongens een spijkermat op de weg leggen om een crimineel tot stoppen te brengen, weet je dat ze er zelf…), genieten van de verzorgde stijl (vlotte actie, sfeervolle soundtrack en credits die knipogen naar de sixties van De Funès), grijnzen om de tijdmachinegrappen (reutelende beeldbuis-pc’s met papierverslindende matrixprinters / een gigantische mobiele telefoon die uiteraard reacties ontlokt van “en zo klein!”). Maar cultureel hoogtepunt is Rubens Manneken Piskraantje-met-flexibel-tuitje dat door hem liefdevol wordt drooggewapperd als hij zijn glas heeft volgetapt. Eigen Belgen eerst!

Rien à Déclarer
Cool kent vele gezichten