Hoe overleef je een horrorfilm?

De videogeneratie worden ze wel genoemd. Filmfreaks die nooit een filmopleiding hebben gevolgd, maar door het absorberen van duizenden videofilms een encyclopedische filmkennis hebben opgebouwd. Een enkeling uit de generatie slaat zelf aan het regisseren of scenarioschrijven en kan zijn tijdbom aan kennis dan laten exploderen (Tarantino). Het gros blijft echter passief toeschouwer en zit met een overdosis aan inzicht en trivia opgezadeld.

Zeer frustrerend, zeker omdat films steeds meer formulewerk worden en dus met een hoge mate van voorspelbaarheid kampen. Met name in het horrorgenre moeten liefhebbers zich behelpen met sequels en clichés. Maar er is hoop. Wes Craven, een genrevernieuwer bij uitstek ('Shocker'), heeft een horrorparodie gemaakt over horrorkenners voor horrorkenners, die loeispannend is.

Een suburb, een highschool, een zooi geile tieners. En een moordenaar. Geen gewone moordenaar, maar een moordenaar met masker (kruising tussen spookje Casper en De Schreeuw van Munch) die bovendien zijn prooien test op hun horrorfilmkennis. Zijn eerste slachtoffer rijgt hij aan zijn mes omdat ze niet weet wie de killer in John Carpeters 'Halloween' is. De moordenaar heeft het vooral voorzien op maagd Sydney (TV-ster Neve Campbell), wier moeder een jaar daarvoor vermoord werd. "Do you like scary movies?" vraagt hij haar met zijn verleidelijke telefoonstem.

Verdachten zijn er te over. Sidney's vader is op vakantie maar nooit in zijn hotel aangekomen, haar vriendje is opvallend snel ter plekke als de killer haar aangevallen heeft. Maar Sydney laat zich niet intimideren. Ze gaat naar een feestje waar, inderdaad, net een horrorfilm bekeken wordt...

Wes Craven heeft een risico genomen met deze metafilm. Zelfparodie ontaardt nogal eens in flauwiteit en functioneert vaak als camouflage van gebrek aan inspiratie. Denk aan 'An American Werewolf in London'. 'Scream' bewijst dat het tegendeel mogelijk is. Craven schreef een zeer intelligent scenario waarin hij niet alleen de bagage van de kijker bevredigt met speelse verwijzingen en cameo's (Linda Blair als TV-presentatrice) maar vooral door de eigen genreclichés op de hak te nemen.

Kostelijk is het moment dat een van de slachtoffers de basisregels opsomt, waaraan een personage zich moet houden wil 'ie een horrorfilm overleven (1. Gebruik nooit alcohol; 2. Zeg nooit "I'll be right back"; 3. Heb geen grote tieten.)

Maar 'Scream' zou mislukt zijn als Wes Craven ons niet ook de stuipen op het lijf had weten te jagen. En dat doet hij. Hij filmt als een scheermes, weet de meest voorspelbare scènes juist door die voorspelbaarheid ademstokkend te krijgen. En, zoals een echte whodunnit betaamt, houdt hij iedereen verdacht tot diens opengereten lijk uit de kast valt. "If you get too complex", zegt de moordenaar als hij zijn simplistische motivatie toelicht, "you lose your target audience." Vergeet het maar. Craven weet de hersens van horrorfans op juiste waarde te schatten. Binnen of buiten de schedel.