Synergetische oerangsten

'Delivering' wordt 't in fatsoenlijk Nederlands genoemd, als de makers aan het eind van een cryptische film alles op zijn plek laten vallen. Met name bij spook-, horror- en Science-Fictionfilms hebben we daar behoefte aan omdat we twee uur zijn sufgeteast met flitsen van geesten, monsters, tijdreisvraagstukken, buitenaards leven en andere 'magische' verschijnselen. Helaas proeft de delivery meestal als koude pizza. De astrale lichamen blijken ordinaire klopgeesten met een bad hair day, de monsters zijn radioactief kikkerdril, de paradoxen van tijdreizen worden 'opgelost' met ad hocjes, en de aliens komen ons de zoveelste evangelische wereldvrede opdringen. Misschien is delivery wel onmogelijk omdat magie geen magie meer is als je het gaat definiëren.

Een enkele keer komt het voor dat een magische SF niet delivert en tóch niet frustreert. Zelfs niet nadat deze ons zes seizoenen kreupel heeft geteast. We hebben het over Lost ('04-'10), een televisieserie waarin een groep mensen een vliegtuigongeluk overleeft op een tropisch eiland waar Enge Dingen gebeuren. Denk onzichtbare monsters, tijdreissprongen en bijna-dood-of-toch-niet-ervaringen. In veel opzichten geen bijster originele SF-verschijnselen die na 70 uur bovendien geen bevredigende verklaring krijgen, maar wat de feuilleton het pulpniveau deed ontstijgen waren de personages. Auteur J.J. Abrams had - uitzonderlijk voor het genre - alle ruimte genomen om de karakters uit te diepen. Hij bleek daar zo goed in dat de koude pizza smaakte als topcuisine. Abrahams weet van personages mensen te maken.

Een andere regisseur die ooit magie en mensen krachtig wist te combineren is Steven Spielberg. Nu hij zijn magic touch kwijt is lijkt hij te willen reïncarneren in het relatief verse talent van Abrams. Tenminste, Spielberg heeft bij de productie van Abrams laatste film Super 8 onmiskenbaar zijn stempel op de film weten te drukken. Die synergie levert een geweldige familiefilm op, maar legt ook de achilleshielen van de meesters bloot: matige delivery en onnodige sentimenten.

We schrijven 1979. Vijf jongens, een stoere meid en een oude camera. Ze zijn net bezig een dramatische dialoog te vereeuwigen voor hun zombiefilm als er voor hun neus een vrachttrein ontspoort. Action! Tussen de wrakstukken treffen ze een zwaargewonde man die zegt dat 'ze' komen om iedereen die 'het' gezien heeft te vermoorden! Die 'ze' blijkt het leger dat het stadje gelijk tot oorlogsgebied verklaart. Op zich begrijpelijk, want er gebeuren Enge Dingen. Mensen die verdwijnen. Honden, magnetrons, motorblokken. En steeds als 'het' heeft toegeslagen is het leger te laat. Onze helden zien echter verbanden die volwassenen missen. En terwijl de stad geëvacueerd wordt komt het tot een treffen met het 'het'.

Wat Super 8 zo aanstekelijk maakt is dat hij vanuit een zeer persoonlijk jongensboekperspectief is gedraaid. Pubers die een filmcrew spelen en de engste zombiefilm aller tijden maken, dat móet over een jonge Abrams en Spielberg gaan. Ze slepen ons via de kids mee in de verwondering van hun puberale geest waardoor alles extra spannend, dramatisch maar ook hilarisch wordt. Daarbij zijn de jochies en het meisje perfect gecast, vooral het gebeugelde pyromaantje dat geen gelegenheid laat schieten om dingen te laten ontploffen.

Abrams tekent zich bovendien weer meester in het opbouwen van spanning. Het 'het' krijgen we uiteraard net zo zuinig te zien als de haai van ome Steve, maar ook de truc met wuivende bomen uit Lost werkt hier weer en een roedel vluchtende huishonden is zo'n oerangstaanzwengelaar waar Abrams patent op lijkt te hebben.

De tweede helft van de film is minder meeslepend omdat de plot dan uitgewerkt moet worden met vermoeiende actie. En ja, het is dan ook delivery time, niet Abrahams sterkste punt. Verder moet Spielberg zo nodig tranen afdwingen met onder meer een medaillon van een dooie (lees: heilige) moeder. Maar deze film is niet gemaakt voor Abrahams pizza of Spielbergs complex. Dit is genieten van een dik jongetje dat om de haverklap 'production value!' roept als hij iets ziet wat voor zijn film gebruikt kan worden, of het nu een treinramp is of een militaire bezetting. Super 8 is een ode aan de jeugd van twee filmmakers die nooit volwassen hebben willen geworden en daar met recht trots op zijn.

Super 8
Production value!