Realiteit kruist fictie in curieuze cultfilm

Het gebeurde tijdens de vijftigste draaidag van 'The Crow'. Hoofdrolspeler Brandon Lee moest tijdens een sleutelscène worden 'doodgeschoten' door boeventuig dat bezig is zijn vriendin te verkrachten. Toen de trekker overgehaald was, en Lee luid kreunend neerviel dacht men getuige te zijn van een staaltje indrukwekkend acteerwerk. Er was echter een fout gemaakt.

Misschien omdat de crew oververmoeid was, misschien omdat de tijdsdruk zo hoog was, misschien omdat er cocaïne op de set gebruikt werd - om wat voor reden dan ook had niemand gecontroleerd of er inderdaad een losse flodder in de revolver zat. Een nalatigheid die tot gevolg gehad dat Brandon Lee met een kogel in de maagstreek op de set overleed. Nota bene vlak voordat hij met zijn vriendin in het huwelijk zou treden - ook weer precies zoals zijn filmpersonage. Het zal duidelijk zijn dat deze bizarre kruising van fictie en realiteit de film al vóór zijn release een hoog cult-gehalte verschafte.

‘The Crow’ is gebaseerd op een strip van James O'Barr, en gaat over een rock-gitarist die, nadat hij en zijn vriendin zijn vermoord, terugkomt als spook om wraak te nemen. Met een wit geschminkt gezicht en zwarte make-up schuimt hij 's nachts de straten af op zoek naar de schurken. Als die eenmaal uit de weg zijn geruimd, komt het tot een treffen met de grote baas (Michael Wincott), een sadist van ouderwets kaliber die er een gewoonte van maakt de ogen van zijn tegenstanders op te vreten. En juist bij deze confrontatie verliest De Kraai zijn toverkracht.

Deze synopsis doet, zeker in de wetenschap dat regisseur Alex Proyas van huisuit commercial- en clipmaker is, vermoeden dat het hier om de zoveelste trendy special-effect pulp-produktie gaat. En toegegeven, ‘The Crow’ ademt met zijn flitsende montage en dominante rocksound-track een zeker MTV-infantilisme uit. Maar ‘The Crow’ is meer. Hij wordt opgefrist door even afstotelijke als vermakelijke bad guys, opgewaardeerd door raak gedoseerde knipogen naar de intellectuele bioscoopbezoeker, en aangekleed door een stijlvolle, psychedelische art direction en een zompige film noir atmosfeer.

‘The Crow’, kortom, is te divers en te pretentieus om in een hokje geplaatst worden. Het is dan ook niet verbazingwekkend dat alleen een onafhankelijke producent de film heeft durven financieren. Maar wat ‘The Crow’ tot een echte cultfilm maakt is Brandon Lee. En dan niet zozeer vanwege zijn onfortuinlijke dood, maar vanwege zijn uitstraling.

Lee, die altijd een loopbaan als serieus acteur ambieerde maar steevast als 'de zoon van als Bruce Lee' gestigmatiseerd werd en dus alleen karate-rollen kreeg aangeboden, beschouwde deze rol terecht als zijn doorbraak in de echte acteerwereld: met zijn sierlijke motoriek, zijn warme stem en zijn ongewone good looks heeft hij op geheel eigen wijze het charisma van zijn vaders weten te evenaren. Zonde, zonde, zonde.