Taiwanese flash-back van Amerikaanse partnerruil

Historische films hebben doorgaans een goed excuus om in het verleden te spelen. Dat excuus kan een historisch hoofdpersonage zijn (Gandhi), een sensationeel historisch decor (driemasters in een piratenfilm), een scenario gebaseerd op een oude roman (Jane Eyre) of tijdgebonden mores en muziek (flower power).

Hollywood krijgt echter schijt aan deze ongeschreven wet: steeds meer misbruikt ze de tijdmachine om ons goedkoop te laten lachen, liefst om het recente verleden. Denk aan de komedie The Wedding Singer die alleen maar in de jaren tachtig was gesitueerd vanwege de lachwekkende New Wave colbertjes en permanentjes.

Ook seventies retro-film 'The Ice Storm' lijkt aanvankelijk te blijven steken in een oppervlakkige reproductie van uiterlijkheden. Hij opent met te veel accent op bloezen-met-enorme-kragen, zitkuilen, therapiepraat, lange filtersigaretten, onscherpe TV's met een hardnekkig liegende Richard Nixon en andere open doelen. Toch is de film een treffend tijdsdocument geworden.

'The Ice Storm' draait om twee upper middle-class families die naast elkaar wonen. De huwelijken van de ouders staan op springen: Elena (Joan Ellen) wil geen seks meer met haar man Ben (Kevin Kline) die daarom vreemd gaat met buurvrouw Janey (Sigourney Weaver) die weer verwaarloosd wordt door haar man Jim (Jamey Sheridan).

Veel geheim leed en spanningen dus, die feilloos door hun intelligente puberkinderen opgepikt worden. Ze analyseren het gedrag van de ouders en schatten zelfs in of het tot een scheiding zal komen. En natuurlijk experimenteren ze zelf met seks, wat de nodige standjes van de ouders oplevert omdat die zich weer schuldig voelen over hun eigen geklooi. Als de ouders met hun onvermogen geconfronteerd worden op een partnerruilfeest, vindt er buiten in de ijzige regen een drama plaats onder de kinderen.

De voornaamste troef van 'The Ice Storm' is dat hij door een niet-Amerikaan is geregisseerd. De Taiwanees Ang Lee ('Eat drink man woman') schildert eerder dan dat hij filmt, en laat ons in een Aziatisch tempo kennis maken met deze toch wel zeer Amerikaanse personages in dit zeer Amerikaanse verhaal. Lee's stijl is zo weinig dwingend dat we ons aanvankelijk nauwelijks identificeren met de gebeurtenissen, laat staan dat we erdoor meegesleept worden. Maar Lee heeft terecht vertrouwen in zijn personages.

Gaandeweg nestelen we ons diep in deze verscheurde gezinnen, proeven we hun wanhoop, hun eenzaamheid en hun stille woede zonder dat daar op zijn Hollywoods 'hugging' of een vette soudtrack aan te pas hoeft te komen. "You bore me," zegt Sigourney Weaver tegen minnaar Kevin Kline die na hun routinewip over golf begint te kleppen. Woody Allen had er een grap van gemaakt, Mike Nichols had het psychologisch uitgediept, Lee heeft dat niet nodig. Hij maakt zijn film even lucide als beklemmend, met een climax zo hartverscheurend dat niemand de zaal met droge ogen zal verlaten.