Empathische bankovervaller

Ben Affleck heeft zijn uiterlijk niet mee. Op een welhaast perfect lichaam staat een welhaast perfect hoofd dat geen enkele uitstraling heeft. Begrijpelijk dat deze kleurloze hunk voortdurend Razzie Awards wint voor rollen in dooie blockbusters als Armageddon en Pearl Harbor of draken als Gigli, terwijl zijn lugubere broertje Casey een cultstatus verovert.

Misschien wel vanwege dit stigma heeft Affleck zich tussen de bedrijven door ontwikkeld als regisseur annex scenarist. Dat doet hij niet onverdienstelijk. Variërend van de illuster getitelde korte film I Killed My Lesbian Wife, Hung Her on a Meat Hook, and Now I Have a Three-Picture Deal at Disney, via het Oscarwinnende Good Will Hunting tot en met het uitstekend gespeelde kidnapdrama Gone Baby Gone: deze sukkel kán wat achter de schermen. Zijn laatste geesteskind The Town doet het zelfs even goed bij de pers als aan de kassa. Wraak op de Razzies?

Die town is Boston, waar 300 bankovervallen per jaar worden gepleegd. De meeste door criminelen afkomstig uit de wijk Charlestown. Hier wordt het metier van vader op zoon overgedragen, dus iedere dief is een professional. Zo ook de not screwing around crew van Doug (Ben Affleck). Hun voorbereiding is perfect (ze weten alles van het bankpersoneel, het alarm en de kluistechniek), de uitvoering verloopt bijna routineus (maskers op, chirurgenhandschoenen aan, mobieltjes van het bankpersoneel en de tapes van het videocircuit in de magnetron, eigen DNA oplossen met spray, andermans DNA toevoegen). En altijd een rustige, onopvallende aftocht.

Een professionele werkwijze garandeert echter geen vlekkeloos resultaat. Zo zijn ze tijdens de laatste overval genoodzaakt een gijzelaar (Rebecca Hall) mee te nemen. De gangsters laten haar uiteindelijk gaan, maar Doug moet d'r in de gaten houden van de jongens. Dat doet hij zo intensief dat ie verliefd op haar wordt. En zij op hem, niet in de laatste plaats omdat ze zijn stem niet herkent. Ze willen samen richting noorderzon maar de bende eist Doug op voor een volgende klus.

Het is een verademing als een regisseur - die zich wil bewijzen - voor een genrefilm kiest in plaats van voor een filmhuisfilm. Dan vallen zijn pretenties namelijk minder op. Hij moet werken binnen een sjabloon en kan zich slechts onderscheiden in de nuances. Affleck doet dat met verve. In The Town schept hij een rauw, uitzichtloos beeld van de Ierse maffia, een claustrofobisch universum waarbij hij met de camera bovenop de personages zit om de sociale controle te benadrukken. Niet bijster origineel, wel vakkundig. En omdat het scenario uitgebreid in de personages investeert is de actie ook echt spannend, bovendien adrenalitisch verfilmd met kogelchaos en beukende achtervolgingen.

Ook de casting heeft Affleck voor elkaar. Geen Hollywoodhunks maar overjarige skinheads met vitaminegbrek en lelijke tattoos. De kroon spannen Jeremy Renner (The Hurt Locker) en Pete Postlethwaite (The Usual Suspects) die met hun hardcore naturel Affleck van het doek spelen, ironisch genoeg mede dankzij de uitstekende acteursregie van de laatste.

Eigenlijk is Afflecks personage de zwakste schakel. Niet alleen vanwege Bens onnozele verschijning, maar ook door diens ijdelheid. Als Doug zich voordoet als politieman heeft hij nog steeds die twee dagen oude stoppelbaard die Ben weliswaar street cred chic maakt, maar Dougs waarschijnlijkheid ondermijnt - een prof had zich glad geschoren voor zo'n situatie. Daarbij is het personage te veel een crowd pleaser. Doug is te beschaafd en zorgzaam voor een bankovervaller, om maar niet te spreken over zijn weerzin tegen geweld. Hierdoor glijdt de film uiteindelijk uit in sentimenten. Zonde.

Samengevat bewijst The Town zowel in positieve als in negatieve zin dat Affleck achter de camera thuishoort. Een Oscar zal hij dit keer niet winnen, maar het zou van respect getuigen als de Razzie's hem dit jaar ook eens links lieten liggen.

The Town
Ben Affleck waar hij hoort: áchter de camera