Besmettelijke überschmierung

Een zeilschip. Een vrouw. Een echtgenoot. Een psychopaat. En een windstille oceaan. De ingrediënten van Dead Calm, een ultrasobere low budgetfilm uit 1989. En een van de fraaiste thrillers ooit gemaakt. Regisseur Phillip Noyce bewees hoeveel je met hoe weinig kunt doen: een vlakke oceaan gefotografeerd als woestijn waarin ontsnappen onmogelijk is, een psychopaat die zo sexy grijnst dat je het Stockholmsyndroom bijna ruikt. Dead Calm broeide onder de kokende zon.

Meeste indruk maakte hoofdrolspeelster Nicole Kidman. Zij gaf haar heldin de power van een Sigourney Weaver. Geen gejank, geen gepiep, geen gejammer; een amazone die haar cool bewaart om te focussen op het uitschakelen van kwalijke elementen. Dergelijk charisma is met name bij een gijzelingsthriller een verademing, omdat de kijker maar tot op zekere hoogte bereid is mee te lijden met 't slachtoffer, zeker als de setting benauwend is. Thrillerliefhebbers willen eigenlijk helemaal niet thrillen, ze willen payback time. En Kidman heeft een grote portemonnee.

De Australische actrice maakte zoveel indruk met haar doorbraak dat fans d'r opnieuw als amazone wilden zien, net als Weaver in de Alienfilms. Maar dan niet in een Dead Calm II, want dat was een afgerond verhaal. Het is er nooit van gekomen. Pas 22 jaar later worden we getrakteerd op ingrediënten die proeven als een reprise: een villa, een vrouw, een echtgenoot, drie psychopaten en een injectienaald in Trespass. Dat kan alleen maar goed gaan.

Die echtgenoot is een stinkend rijke diamanthandelaar (Nicolas Cage). Hij woont met vrouw (Kidman) en puber in een kast van een villa. Maar hecht is het gezin niet. Het huwelijk is tanende en de puber pubert. En er is meer aan de hand. Dat blijkt als ze bezoek krijgen van drie ongenode, gemaskerde gasten. Die diamanten willen. Dat kunnen ze wel willen, maar, zo legt de handelaar uit, die stenen zijn niets waard op de zwarte markt want tot in detail geregistreerd. Dan willen ze geld. Dat kunnen ze wel willen, maar, zo legt de handelaar uit, hij heeft iedere cent in het huis gestoken. Dan willen ze zijn nieren. Dat kunnen ze wel willen, maar... wat?

Regisseur Joel Schumacher is een echte Hollywoodfilmer, niet vies van een portie franchise op z'n tijd. Er prijken Batmans en James Bonds op zijn cv, en nog wat filmhamburgers die niet allemaal even lekker verteren. Maar Schumacher is ook de man achter de kwaliteitsthriller Phone Booth, die zich voor 90% rond een telefooncel afspeelt. Ergo: als hij wil kan hij erg veel met erg weinig. Dat blijkt ook weer uit de fraaie setting van Trespass, een koude gouden kooi die schreeuwt om drama. Hier moet iets ergs gaan gebeuren.

Maar wat? Afgezien van de obligate intimidatie dan. Suggestieve shots (close-ups en nauwe kadrering) en cryptische teksten ("I'm dead worth more than alive") moeten ons doen geloven dat pa en ma iets sluws van plan zijn, maar echte meesterzetten of werkelijk onverwachte wendingen blijven uit. Het is filmische manipulatie die riekt naar misleiding van de kijker, want juist in het thrillergenre moet iedere scheet een functie hebben. Of is er simpelweg sprake van amateurisme? Alleen zo kunnen we de flash-backs verklaren die zo nadrukkelijk en kitscherig gepresenteerd worden dat we ons in een soap wanen.

Trespass grootste manco zijn de sterren. Het leek al geen geweldige combi, überschmierder Nic Cage en kwaliteitsster Nic Kidman. En inderdaad, ook in Trespass hoop je dat Cage zo snel mogelijk iets vreselijks overkomt zodat we van zijn cocker spanielkop en getormenteerde zeikstem verlost zijn. Daarbij blijkt zijn method gedweil besmettelijk, want Kidmans vertolking van damsel in distress is ronduit ontluisterend. Gejank, gepiep en gejammer, afgewisseld met smachtende blikken. Kidman als megamuts. Misschien conform het rammelende scenario, niet conform de sobere cool waarmee ze Hollywood veroverd heeft. Wat moet Cage zich opgelucht voelen dat hij niet meer de ergste is.

Trespass
Emo