Ueber-soap van Duitse topstilist

De besneeuwde bergen van Beieren, een chalet in een pittoresk dorpje. Vertaalster Rebecca heeft seks met haar vriendje/skileraar Marco, die zijn sportwagen met sleuteltjes-in-contact voor de deur heeft laten staan. Dat ziet operateur René, die met dronken kop komt langslopen. In een roes van baldadigheid besluit hij de cabriolet even te 'lenen' voor een joy ride door de bergen.

Ondertussen vertrekt aan de andere kant van het dorp boer Theo met paard in aanhangwagen richting dierenarts. Wat hij niet weet is dat zijn dochtertje ook stiekem in de aanhanger is gekropen. U raad het al: op een slingerende bergweg botsen Theo en René bijna frontaal op elkaar. Theo kantelt en zit vast, René komt ongeschonden in de sneeuw terecht. En loopt naar huis zonder zich om Theo of diens gewonde dochter te bekommeren...

Doet deze dramatische opening van ‘Winterschläfer’ vermoeden dat het om een tearjerker gaat, het ongeluk dient slecht als bindmiddel van de personages - de overige anderhalf uur worden gevuld met een psychologische uitdieping van hun relaties. We zien hoe Rebecca worstelt met haar Marco, een jaloerse narcist die zelf vreemd gaat. We leren René kennen als een weirdo die alles fotografeert en last heeft van een geestelijk handicap. En Laura, een in zichzelf gekeerde verpleegster en huisgenoot van Rebecca die onverwachts de liefde vindt bij René.

De enige die ons eraan herinnert dat er een drama heeft plaatsgevonden is boer Theo. Deze heeft het ongeluk overleeft maar zijn dochter ligt in coma. Hij moet en zal de dader vinden.

Tom Tykwer (1965), regisseur van ‘Winterschläfer’, wordt gedoodverfd als het grootste Duitse filmtalent van dit decennium. Vergelijkingen met Polanski, Egoyan en Hitchcock worden niet geschuwd terwijl kritische noten op Internet pas na lang surfen te vinden zijn. Tykwer heeft inderdaad stijl. Hij zweeft hypnotiserend met de camera, snijdt met perfecte timing van de ene naar andere verhaallijn, laat zo summier informatie los dat we voortdurend nieuwsgierig blijven en regisseert zijn acteurs zo subtiel dat ze lijken te improviseren. Indrukwekkend.

Toch kunnen deze hoogstandjes niet verbloemen hoe zielloos de film is. Geen moment voel je je werkelijk betrokken bij deze mensen en hun relationele strubbelingen. Ze zijn te onaardig, te afstandelijk, misschien wel te realistisch. Zelfs een stervend kind en een wanhopige vader laten je ongemoeid. Alleen René fascineert, en dan niet vanwege zijn diepe gronden, maar omdat je wilt weten waarom hij na het ongeluk is doorgelopen.

In een interview raadt Tykwer het publiek aan om de film twee maal te gaan zien. "Je bent dan iets meer relaxed. Je kent de structuur van het verhaal, waardoor je meer vrijheid krijgt om over allerlei dingen na te denken." Maar juist bij een tweede keer zal ‘Winterschläfer’ door de mand vallen als stijlvol gecamoufleerde übersoap.